Onderstel voor ‘stopcontact’ op zee ligt klaar voor verscheping
Een feestje woensdag bij de bouwer van staalconstructies Heerema in Vlissingen: het reusachtige onderstel voor het transformatorstation van windmolenpark Hollandse Kust Noord is klaar voor transport. Een ‘stopcontact’ op zee krijgt vorm.
Op uitnodiging van hoogspanningsnetbeheerder TenneT vaart een groepje journalisten met rondvaartboot Stad Veere over de Westerschelde naar de kade van Heerema in industriegebied Vlissingen-Oost. Het felgeel geschilderde onderstel staat te blinken in de zon. Hoog in de stalen kolos leggen onverschrokken werklieden nog de laatste hand aan wat in vaktermen een jacket heet.
Als de gele constructie straks naar het windpark voor de kust van Egmond aan Zee is verscheept, zal hijsschip Gulliver het onderstel op een stenen bed op de zeebodem plaatsen. Dat zogenaamde erosiebed is daar al aangebracht door het steenschip Flintstone.
Met vier heipalen wordt het 2200 ton wegende jacket vervolgens stevig in de zeebodem verankerd. „Die 2200 ton staat gelijk aan het gezamenlijk gewicht van 1500 tot 2000 personenauto’s”, licht projectleider Guus Siteur van TenneT toe. Bovenop het 47 meter hoge gevaarte worden komende zomer met een kraanschip de twee transformatoren geplaatst. Via dit 4000 ton wegende transformatorstation wordt de elektriciteit die het 69 turbines tellende offshore windpark opwekt aan land gebracht.
Mijlpaal
Bij TenneT zien ze de voltooiing van het onderstel als een belangrijke mijlpaal. Via dit ‘stopcontact’ op zee loopt straks jaarlijks 3,3 terawattuur aan stroom. Dat is de hoeveelheid stroom die de 69 windturbines straks jaarlijks gaan produceren. Dat komt overeen met het verbruik van een miljoen huishoudens. Het platform heeft een capaciteit van 700 megawatt.
Heerema Fabrication Group heeft er tien maanden aan gebouwd. Het jacket staat sinds kort gereed op een ponton in de Sloehaven om versleept te worden. Volgens contract moet dat voor het einde van dit jaar gebeuren.In de afgelopen twee weken is het onderstel tijdelijk aan het ponton vastgelast, vertelt werfdirecteur Richard Spronk van Heerema. „Dat is nodig, want elk risico dat het jacket tijdens de tocht naar Noord-Holland van het ponton kukelt moet natuurlijk worden vermeden”, zegt hij. „Daarom ook moet het op de dag van vertrek windstil zijn”, vult Guus Siteur van TenneT aan.
Vishotels
Woordvoerders van TenneT erkennen desgevraagd dat de onstuimige groei van windmolens op de Noordzee ten koste gaat van visgronden voor de Nederlandse vissers. „Er mag inderdaad in de windparken niet worden gevist”, vertelt Eefje van Gorp van de netbeheerder. Haar collega Jorrit de Jong vult aan: „Anderzijds krijgen in deze gebieden vispopulaties die in de voorbije jaren zijn uitgedund nu de kans om weer in omvang te groeien.”
Van Gorp vertelt dat aan het jacket op initiatief van TenneT twee zogenaamde vishotels zijn bevestigd. Dat zijn kunstmatige riffen in twee stalen kooien, die zich onder water bevinden. Hier kan jonge, opgroeiende vis schuilen en ongestoord eten zonder gegeten te worden, iets wat ze normaal in natuurlijke riffen doen. Maar veel riffen in de Noordzeebodem zijn in de loop der jaren verdwenen. Mariene ecologen hopen met de vishotels een instrument in handen te hebben om de verscheidenheid aan levensvormen onder water in het windpark een impuls te geven.
Klimaatakkoord
Van Gorp zegt dat de bouw van windparken op zee past in de klimaatdoelstellingen van de regering. „Niet TenneT maar het ministerie van Economische Zaken wijst de gebieden aan waar windmolens mogen komen. Dat gebeurt in overleg met alle belanghebbenden, waaronder ook de vissers. Ik heb de indruk dat de betrokken partijen die gesprekken op een respectvolle manier voeren.”
Volgens de planning moet het nieuwe windpark op zee in 2023 gaan draaien. Hollandse Kust Noord wordt ontwikkeld door een consortium van Eneco en Shell. Volgens het Klimaatakkoord groeit windenergie op de Nederlandse Noordzee naar tenminste 49 miljard kilowattuur per jaar in 2030, ofwel 11,5 gigawatt aan piekvermogen. Er zijn plannen om nog meer windparken te bouwen, tot een piekvermogen van 21 gigawatt.
Bij Heerema is de bouw van een volgend jacket aan de gang. Dat is bestemd voor windpark Hollandse Kust West, wat uiterlijk in 2026 operationeel moet zijn.