Het demissionaire kabinet vindt dat het „een flinke slag” gemaakt heeft om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. Maar het erkent ook dat meer maatregelen nodig zijn om de doelen uit de Klimaatwet te halen. Dat staat in de Klimaatnota die staatssecretaris Dilan Yeşilgöz-Zegerius heeft aangeboden aan de Tweede Kamer.
In de Klimaatnota legt het kabinet verantwoording af over de voortgang van het klimaatbeleid en blikt het vooruit op de prioriteiten voor het komende jaar. Daarbij wordt evenwel veel overgelaten aan het nieuwe kabinet, waarover nu nog onderhandeld wordt door de vier huidige coalitiepartijen: VVD, D66, CDA en ChristenUnie.
„Het huiswerk blijft”, concludeert Yesilgöz bij het overhandigen van de Klimaatnota. Ze wijst ook op de plannen van eurocommissaris Frans Timmermans, waardoor Nederland met een hoger doel te maken krijgt. Die onderhandelingen in Brussel duren volgens de bewindsvrouw nog wel een jaar, of langer. „Dan weten we concreet hoe dat zich terugvertaalt naar Nederland. En een nieuw kabinet moet kijken: willen we nu ook nationaal nog extra zaken doen. Dus er is nog heel veel te doen, maar er is ook al veel gedaan.”
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), dat belast is met de doorrekening van het klimaatbeleid, concludeert dat Nederland zelfs in het meest gunstige scenario nog niet op koers ligt de klimaatdoelstelling voor 2030 te halen. In dat jaar moet de uitstoot minstens 49 procent lager uitkomen dan in 1990. In 2050 moet dat zelfs 95 procent zijn.
Het PBL schat de vermindering van de uitstoot tussen de 38 en 48 procent. Het kabinet wijst erop dat dit een forse verbetering is ten opzichte van vorig jaar, toen het planbureau tot een bandbreedte kwam van 30 tot 40 procent. Sindsdien zijn meer voorstellen uit het in 2019 gesloten Klimaatakkoord uitgewerkt in concreet beleid. „We hebben een heel groot gat ingehaald”, vindt Yesilgöz.
Er zitten nog steeds maatregelen in de pijplijn die nu nog niet zijn meegeteld. Het kabinet rekent er daarnaast op dat de extra miljarden die op Prinsjesdag zijn uitgetrokken voor het klimaat een extra bijdrage zullen leveren. Maar om het doel van 49 procent zeker te halen, is ook dan nog een extra inspanning nodig.Mede op aandringen van Nederland is bovendien Europabreed afgesproken dat de uitstoot in 2030 zelfs met 55 procent moet zijn afgenomen. Dat betekent dat ook in Nederland de ambitie waarschijnlijk omhoog moet. Maar ook hiervoor geldt dat het aan het volgende kabinet is om daar keuzes in te maken.