Raad van State: Met spoed extra klimaatmaatregelen nodig
De Raad van State roept het kabinet op „met spoed” extra maatregelen te treffen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Het is „onverantwoord” dat de doelstellingen uit de Klimaatwet „uit het zicht raken”, aldus de belangrijkste adviseur van het kabinet en de Tweede Kamer.
„De klimaatcrisis is niet iets van de toekomst, die is al volop aan de gang”, waarschuwt vicevoorzitter Thom de Graaff van de Raad van State. „En dat had het parlement en de regering allang wakker moeten schudden.”
Hij wijst onder meer op een recent rapport van het VN-klimaatpanel IPCC, waarin gewaarschuwd wordt dat de aarde sneller opwarmt dan eerder gedacht. Ook bijvoorbeeld de overstromingen in Limburg van afgelopen zomer onderstrepen volgens de Raad van State dat klimaatverandering zich ook in Nederland al laat voelen.
In de Klimaatwet is vastgelegd dat de uitstoot van broeikasgassen, waaronder koolstofdioxide (CO2), in 2030 met bijna de helft moet zijn verminderd ten opzichte van 1990. Voor 2050 is een doel vastgelegd van 95 procent. Uit berekeningen van het Planbureau voor de Leefomgeving blijkt dat bij het huidige beleid, de doelstelling voor 2030 zelfs in het gunstigste geval niet wordt gehaald.
Dat is „ernstig en zorgelijk”, vindt De Graaf. Het kabinet mag demissionair zijn, het is nog altijd gebonden aan de Klimaatwet. Die is juist opgesteld om ervoor te zorgen dat er voortdurend stappen worden gezet richting de klimaatdoelstellingen, ook als de wisseling van de wacht, zoals nu, langer duurt dan gehoopt.
De Raad van State vindt daarnaast dat de Klimaatwet moet worden aangescherpt. Mede op aandringen van Nederland is inmiddels Europabreed afgesproken dat de uitstoot in 2030 met 55 procent moet zijn verlaagd. Het zou volgens De Graaf „wel heel raar zijn” als Nederland daar zelf niet in meegaat.
Bovendien zou de doelstelling voor 2030 in de Klimaatwet een harde resultaatverplichting moeten worden. Het huidige doel van 49 procent is slechts een inspanningsverplichting. Ook pleit de Raad van State ervoor een tussendoel te formuleren voor 2040.
Ook voor de partijen aan de formatietafel heeft de Raad van State aanbevelingen. Zo zou er in een volgend kabinet een aparte minister moeten komen die de verantwoordelijkheid voor het totale klimaatbeleid draagt. Nu is het klimaatbeleid ondergebracht bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.