Klein convent: broederlijke ontmoetingen in Dordrecht
Laten vertegenwoordigers van reformatorische kerken elkaar geregeld ontmoeten in een gereformeerd convent. Dat bepleitte prof. dr. W. van Vlastuin onlangs op een conferentie over de synode van Emden 1571. Twee reacties vanuit het zogeheten klein convent in Dordrecht.
Zo’n vier keer per jaar kwamen ze –tot de coronacrisis uitbrak– bij elkaar: (emeritus) predikanten uit Dordrecht. Ze behoren tot de plaatselijke hervormde gemeente (verwant met de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland), de gereformeerde gemeente (gg), de beide christelijke gereformeerde kerken (Centrum en Zuid), de vrijgemaakt gereformeerde kerk en de Nederlandse hervormde vereniging Calvijn.
De hervormde ds. H. J. Stoutjesdijk raakte in 2003 bij het convent betrokken toen hij geestelijk verzorger werd in verpleeghuis Salem te Ridderkerk en in Dordrecht ging wonen. Intussen is hij –na ds. P. Molenaar en ds. G van Wijk– de derde „samenroeper” van het gezelschap, dat geen bestuur kent. Bij een gezamenlijke ontmoeting vervult degene die de inleiding verzorgt de voorzittersrol.
Ds. Stoutjesdijk, die in 2014 met emeritaat ging, waardeert de „ontmoeting met broeders uit diverse kerkgenootschappen. We kunnen ons in deze tijd de luxe niet veroorloven om gescheiden op te trekken, zeker niet als collega’s. De een heeft een wat andere theologische ligging dan de ander, maar iedereen doet voluit mee. We luisteren naar elkaar en zeggen het ook als we het op een bepaald punt niet met de ander eens zijn.”
Bijeenkomsten die hem vooral bijbleven, zijn onder meer die waarin de Dordtse oudtestamenticus dr. K. D. Goverts een inleiding verzorgde. „Als hij vanuit de Joodse traditie en de rabbijnen Jeremia of een ander Bijbelboek belichtte, hing iedereen aan zijn lippen. Die inleidingen waren zeer verhelderend.”
Ernstige tijd
Niet alleen via het klein convent komen de Dordtse predikanten elkaar tegen, maar ook bijvoorbeeld tijdens de jaarlijkse Reformatieherdenking, georganiseerd door de Spaanse Evangelische Zending. Woensdagavond spraken daar ds. Stoutjesdijk en ds. A. van der Zwan, predikant van de christelijke gereformeerde kerk (cgk) te Dordrecht-Centrum.
Vanuit het klein convent werden de afgelopen jaren ook avonden belegd voor gemeenteleden. Ds. Van der Zwan, sinds 2016 betrokken bij het convent, noemt als voorbeeld een serie bijeenkomsten over de Dordtse Leerregels. Daaraan werkte een aantal lokale predikanten mee. „Het was voor iedereen een soort eyeopener dat we misschien wel dichter bij elkaar staan dan we vaak denken.”
Behalve de „broederlijke ontmoeting” noemt ds. Van der Zwan de „herkenning die je over en weer hebt en het besef samen op hetzelfde fundament te staan” als positieve kanten van het klein convent. Zowel ds. Stoutjesdijk als ds. Van der Zwan heeft het idee dat gezamenlijke avonden de betrokken Dordtse gemeenten dichter bij elkaar hebben gebracht. „Ik denk dat dit mede te maken heeft met het besef dat we in een ernstige tijd leven en elkaar hard nodig hebben”, zegt ds. Van der Zwan. Hij wijst ook op de gezamenlijke bidstond die in februari vanuit het klein convent werd belegd. Hierin gingen ds. Stoutjesdijk, ds. Van der Zwan en ds. W. A. Zondag, predikant van de gg te Dordrecht, voor.
Overigens wil ds. Van der Zwan onderlinge verschillen binnen het convent, bijvoorbeeld in de visie op vrouw en ambt, niet verdoezelen. „Het is geen geheim dat mijn vrijgemaakte collega daar een andere visie op heeft dan ik. Dat is een reden om met elkaar door te spreken.”
Duidelijke basis
Zowel ds. Stoutjesdijk als ds. Van der Zwan benadert het idee van dr. Van Vlastuin om te komen tot een landelijk gereformeerd convent welwillend. Dit convent zou zich, aldus de hoogleraar aan het Hersteld Hervormd Seminarium, onder meer kunnen richten op een „broederlijke bespreking” van theologische en ethische thema’s en kanselruil, evenals op bidstonden.
Bij een dergelijk convent zou er wat ds. Stoutjesdijk betreft een belangrijk accent moeten liggen op de persoonlijke ontmoeting rondom het Woord. Hij is beducht voor „hete hoofden en koude harten bij discussies over actuele thema’s waar de pers overheen valt.”
Ds. Van der Zwan voelt er veel voor om een convent van onderop te laten groeien, zoals ook Ton van der Schans in reactie op het voorstel van dr. Van Vlastuin benadrukte. Daarbij zou in meer plaatsen een convent kunnen ontstaan zoals dat in Dordrecht, meent de christelijke gereformeerde predikant.
Hij pleit voor een ontmoeting op grond van een duidelijke basis: Schrift en belijdenis. „Daarbij is het belangrijk om aan te geven dat het niet alleen om de letter, maar ook om de religie van de belijdenis gaat, de beleving ervan in de praktijk. Misschien kan die benadering een aantal kerkverbanden over de streep halen om ook mee te doen.”
De suggestie van dr. Van Vlastuin om vanuit het gereformeerd convent commissies in het leven te roepen die zich bezinnen op thema’s als homoseksualiteit, Bijbelvertaling, zending en diaconaat juicht ds. Van der Zwan toe. „Ik ben lid van de synode van de CGK en als commissielid nauw betrokken bij de huidige discussie over vrouw en ambt. Meer dan eens heb ik gedacht: Wat is het jammer dat door de versplintering in de gereformeerde gezindte allerlei kerkverbanden met aparte commissies over dezelfde zaken nadenken.”
Ook toenemende kanselruil als mogelijk uitvloeisel van een gereformeerd convent benadert ds. Van der Zwan positief. „Ik ging vorige week nog voor in een hersteld hervormde gemeente. Ook kanselruil met predikanten uit onder meer de PKN is vanuit de CGK mogelijk. Ik ben breed gereformeerd oecumenisch ingesteld.”