Staking in ziekenhuizen tijdens pandemie is onverantwoord
Medewerkers van de acht universitaire ziekenhuizen in Nederland legden dinsdag voor de tweede keer het werk neer voor een periode van 24 uur. Ze draaiden een zondagsdienst, wat betekent dat alle planbare zorg verviel en alleen spoedzorg doorging.
De afgelopen weken is de druk op de ziekenhuizen door toenemende coronabesmettingen juist opgelopen; het aantal ziekenhuisopnames van coronapatiënten is meer dan verdubbeld. Die toegenomen druk komt mede doordat de planbare, niet-acute zorg intussen zoveel als mogelijk wel wordt uitgevoerd, om gezondheidsschade te voorkomen. Dat is een goed en nobel streven; de gezondheid van een individuele coronapatiënt is niet waardevoller dan die van een niet-coronapatiënt. Iedereen die de afgelopen anderhalf jaar zorg uitgesteld zag worden door de coronacrisis zal dat beamen.
Dat de academische ziekenhuizen juist in deze periode staken, is onverantwoord. Los van de Bijbelse argumenten tegen staken, moet iedereen die het werk neerlegt zich vergewissen van de proportionaliteit daarvan. Staken middenin een coronapandemie waarin de druk op ziekenhuizen toeneemt, valt slecht uit te leggen.
De ziekenhuizen legden daar dinsdag de vinger bij. In het Erasmus MC in Rotterdam moest driekwart van de operaties worden geannuleerd op de tien afdelingen waar actie werd gevoerd. „Wij hebben begrip voor de acties, maar ze raken wel de patiënt”, aldus een woordvoerder. In het Maastricht UMC+ is de actiebereidheid zo groot dat het hele ziekenhuis zondagsdiensten draaide. Een woordvoerder daar noemt de staking „echt nadelig voor de patiënt.”
De stakingsdag dinsdag volgde op een eerdere actiedag op 28 september. Dinsdag deden drie keer zoveel personeelsleden mee, aldus vakbond FNV. Dat de actiebereidheid zo hoog is, laat iets zien van de ernst van de problemen in de academische ziekenhuizen: het personeelstekort is groot, de werkdruk stevig en het ziekteverzuim hoog. Dat de bonden vragen om oplossingen hiervoor en om een hoger salaris is niet onterecht.
Aan het begin van de coronacrisis applaudisseerde Nederland massaal voor zorgmedewerkers. Ze waren de helden van de zorg. Die waardering was meer dan terecht. In politieke debatten is er daarna meermaals op gewezen dat die erkenning ook zou moeten blijken in een hoger salaris. Deze week kwam naar buiten dat meer dan een miljoen zorgmedewerkers dit jaar een bonus krijgen van 385 euro netto. Deze eenmalige toelage is mooi, maar niet genoeg. Structureel hogere beloning is gepast. Maar, waardering beperken tot de hoogte van het salaris is kortzichtig. Tekort aan personeel is vaak genoemd als reden waarom uitbreiden van ic-capaciteit lastig is. Regering en werkgevers moeten er daarom alles aan doen om het werk in het ziekenhuis weer echt aantrekkelijk te maken.