Kabinet staat nog steeds achter oproep ambassadeurs in Turkije
Het demissionaire kabinet staat nog steeds achter de oproep van tien ambassadeurs in Turkije, onder wie de Nederlandse, om de dissident Osman Kavala vrij te laten. „Er is geen sprake van terugkrabbelen”, zei minister Ben Knapen (Buitenlandse Zaken) in de Tweede Kamer.
De Turkse president Recep Tayyip Erdogan was woedend over de oproep van de ambassadeurs. Hij dreigde dit weekeinde de tien ambassadeurs (uit zeven EU-landen, Canada, VS en Nieuw-Zeeland) uit te zetten. Maandag verklaarden de gezanten dat zij zich blijven houden aan artikel 41 van het Verdrag van Wenen voor diplomatiek verkeer om zich niet te mengen in interne aangelegenheden. Dat was voor Erdogan voldoende om zijn aankondiging in te trekken.
In de Tweede Kamer klonk echter kritiek op de stap van de ambassadeurs. Volgens VVD’er Ruben Brekelmans zullen China en Rusland de reactie van de ambassadeurs op het dreigement van Erdogan zien als een „teken van zwakte”. Hij vond de gebeurtenissen van de afgelopen dagen „zeer pijnlijk”.
Knapen verklaarde nog steeds achter de tekst van de oproep te staan. Die was ook conform het Verdrag van Wenen, zei hij tegen D66’er Sjoerd Sjoerdsma in het vragenuurtje.
Kavala zit al vier jaar zonder veroordeling in voorarrest. Hij wordt beschuldigd betrokken te zijn bij protesten in 2013 en de mislukte militaire staatsgreep in 2016. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft eind 2019 Turkije al opdracht gegeven Kavala vrij te laten.
De uitspraak van Erdogan viel ook in Turkije niet goed. Er zou in zijn kabinet kritiek zijn geweest op zijn dreigement.