Leger Sudan speelt hoog spel met militaire machtsgreep
Bij protesten tegen de militaire staatsgreep in Sudan zijn zeker 7 doden en 140 gewonden gevallen. De coup van maandag hing al weken in de lucht.
„Het volk is sterker, sterker!”, scandeerden Sudanezen maandag in de straten van Khartoem. En: „Er is geen weg terug.” Boze burgers verzamelden zich onder meer voor het militaire hoofdkwartier in de stad, de plek waar ook in 2019 pro-democratische betogingen plaatsvonden. Maar terwijl betogers en militairen in 2019 samen een vuist maakten tegen de toenmalige president Omar al-Bashir staan beide groepen nu tegenover elkaar.
Militairen brachten in 2019 Bashir, die het presidentiële pluche meer dan een kwart eeuw had warm gehouden, ten val. Ze konden zich verzekerd weten van de steun van veel burgers, die regelmatig op straat tegen het bewind van de autocratische president betoogden.
Na de coup kwam er al snel een overgangsbewind waarin zowel het leger als politieke partijen en activisten zitting hadden: een elfkoppige centrale bestuursraad. Die was tamelijk inclusief. Opmerkelijk was bijvoorbeeld de benoeming van de Koptische juriste Raja Nicola. Niet eerder bekleedde een christen in het overwegend islamitische Sudan zo’n hoge politieke positie.
Tegelijk was het overgangsbewind een precaire evenwichtsoefening. Er kwam een burgerpremier, Abdalla Hamduk. Aan het hoofd van de centrale bestuursraad trad een generaal aan, Abdel Fattah al-Burhan. Afgesproken werd dat het leger die post na 21 maanden uit handen zou geven aan een burgerpresident. Die wisseling van de wacht stond voor volgende maand op de agenda.
Spanningen
Het was één van de redenen voor spanning in het overgangsregime. Een duidelijk signaal van de interne onrust was een eerdere couppoging in september. Daarachter zaten volgens Hamduk Bashirgetrouwen in en buiten het leger, alsook de Moslimbroederschap.
Sinds de couppoging waren de spanningen binnen het regime helemaal om te snijden. Militaire- en civiele leiders beschuldigden elkaar ervan een machtsmonopolie te zoeken. Burhan betoogde half oktober in een speech dat er pogingen werden ondernomen om het leger uit de overgangsregering te werken. Hij riep daarbij op tot ontbinding van het overgangsregime en de vorming van een breed gedragen bewind. Achter de beschuldigingen zit onder meer een discussie over de vraag waar de leiding van het leger moet liggen. Het leger is niet van zins de zeggenschap uit handen te geven.
Machtsstrijd
Burhan beloofde maandag zich aan internationale akkoorden te houden en repte over vrije verkiezingen in 2023. Hij beloofde „een capabele regering” te vormen en te blijven werken aan een democratische samenleving.
Veel burgers zijn daar echter bepaald niet gerust op. De prodemocratische groepering SPA riep burgers op de straat op te gaan en burgerlijk ongehoorzaam te zijn De critici zien de coup als een ordinaire greep naar de macht van de legerkliek. „Het leger is van Sudan en niet van Burhan”, scandeerden betogers maandag in Khartoem.
Ook analisten hebben hun vragen bij de democratische bedoelingen van Burhan en de zijnen. Ahmed Soliman, onderzoeker bij Chatham House in Londen, zei maandag op zender France24 dat „dit geen echte democratische verandering” lijkt te worden. Hij wees daarbij op het visitekaartje dat het leger zelf had afgegeven door in de afgelopen maanden te streven naar meer macht.
Veel waarschijnlijker is volgens waarnemers dat het leger simpelweg grip wil houden op de economie. Daarnaast zou een deel van het leger vrezen voor vervolging om begane misstappen onder Bashir, mocht een burgerregime het voor het zeggen krijgen.
De coup zet de toch al moeizame economische hervormingen in Sudan intussen op losse schroeven. Het leger speelt daarmee hoog spel. Internationale partners als de VS, de EU en de Wereldbank, van wie het vertrouwen na de val van Bashir voorzichtig terug was gewonnen, veroordeelden de machtsgreep scherp. De VS schortten maandag al een steunpakket van 700 miljoen dollar op.
Het leger lijkt terug te kunnen vallen op verschillende Arabische landen: zij steunden de militairen in het overgangsregime met wapens en geld. Maar daar hebben burgers geen boodschap aan.