Verdachten aanslag advocatenkantoor: niets mee te maken
Twee mannen van 20 en 21 jaar hebben dinsdag voor de rechtbank in Alkmaar gezegd niets te maken te hebben met een aanslag op een advocatenkantoor in Heerhugowaard. Bij het vroegere kantoor van advocaat José Engels, niet lang voor de aanslag verhuisd, werd vorig jaar oktober in de nachtelijke uren een zware mortierbom tot ontploffing gebracht.
Verdachte Dylan T. (21) erkende wel dat hij de advocaat vanuit een jeugdinrichting in Lelystad „uit boosheid en frustratie” twee dreigbrieven heeft geschreven en heeft geprobeerd haar af te persen voor 9.000 euro. Ook vroeg hij een bekende te regelen dat een handgranaat bij het kantoor werd neergelegd. „Maar die moest niet afgaan. De bedoeling was alleen dat ze die zou vinden.”
T. zei tegen de rechters dat hij het het Engels kwalijk nam dat zij er geen stokje voor heeft weten te steken dat een voorwaardelijke oplegging van jeugd-tbs werd omgezet in een onvoorwaardelijke. De brieven noemde hij „een foute manier om zijn kwaadheid te uiten”. Hij dacht dat geld „de enige manier was om haar te raken”.
De handgranaat, die de dreiging kracht moest bijzetten, werd nooit neergelegd. De bekende, die op dat moment ook vastzat, sloeg alarm bij zijn eigen advocaat, werkzaam bij hetzelfde kantoor. Dat er kort daarna daadwerkelijk een ontploffing was, was voor T. „een verrassing”, zei hij dinsdag.
Hij ontsnapte vorig jaar kort voor de aanslag tijdens begeleid verlof en werd twee dagen later in het bezit van een vuurwapen gearresteerd in de woning van de moeder van medeverdachte Chevelle C. Ook die ontkent elke betrokkenheid bij de aanslag. Belastend materiaal tegen de mannen is er voornamelijk in de vorm van telefoonverkeer. Daarnaast beschikte C. over een grote hoeveelheid zwaar, illegaal vuurwerk.
De impact van de dreigbrieven en de ontploffing op het advocatenkantoor is enorm geweest. Eigenaresse José Engels durfde zich dinsdag uit angst niet in de rechtszaal te vertonen. Een collega zit al maandenlang thuis. Op vragen van de rechtbank zei T. zei dat Engels „niets van mij te vrezen heeft”.
De behandeling van de zaak duurt de gehele dag. De strafeis is in de loop van de middag voorzien.