Overwinningslied
Psalm 118:14
„De Heere is mijn Sterkte en Psalm, want Hij is mij tot heil geweest.”
„De Heere is mijn Macht, mijn Psalm en mijn Heil.” Na het verhalen van zulke wonderen van God, tot troost en hulp van de Zijnen, zingt de Psalmdichter vol vreugde een schoon, kort danklied, een lofgezang, de hoon en spot van al zijn vervolgers ten spijt, tot lof en eer van God, zodat zij moeten horen dat zijn God en hijzelf toch zijn blijven bestaan en nog leven, tegen al hun woeden en razen in. Het is hetzelfde vers dat Mozes (Exodus 15:2) in zijn lied, ook als een triomf over de verdronken Farao, zingt. Eveneens zingt Jesaja 12:2 dit lied, zodat het wel schijnt dat dit vers een algemeen gezang en een zegswijze onder het volk Israël geweest is. Het is waard dat het ook bij ons een algemeen gezang of roemlied is, zo dikwijls wij uit de nood verlost worden, zoals wij dan ook vaak ten tijde van de uitredding gezongen hebben, maar in komende tijden nog meer en tot aan het einde zullen zingen. Amen!
Zie nu hoe keurig hij alles indeelt en in drie stukken splitst: „De Heere is mijn Macht, mijn Psalm en mijn Heil.” Hij vertrouwt met zuivere gezindheid op God, is ervan doordrongen dat God alles in hem werkt, spreekt en doet beleven, en dat hij niet op eigen kracht, vermogen, verstand, wijsheid en heiligheid of werken pocht.
Maarten Luther, hoogleraar in Wittenberg
(”Psalm 118 verklaard”, 1530)
Met het optreden van de Duitse theoloog Maarten Luther (1483-1546) begon in 1517 de Reformatie. De kerkhervormer was onder meer hoogleraar in Wittenberg.