Column (Jan-Hermen Dannenberg): Oud worden en oud zijn
Nederland vergrijst. Terwijl er in 1900 0,3 miljoen mensen ouder dan 65 jaar werden, is dat inmiddels opgelopen tot 3,4 miljoen en zal dat volgens het CBS naar verwachting in 2050 oplopen tot 4,4 miljoen. Deze vergrijzing heeft een mooie kant en een minder mooie kant.
Om met het laatste te beginnen: de vergrijzing wordt veroorzaakt door een laag geboortecijfer. Emeritus hoogleraar demografie Jan Latten weet dit onder andere aan de ”festivalgeneratie”, die genieten als hoogste doel in het leven heeft en kinderen als een hindernis ziet om dat doel te verwezenlijken (RD 20-10).
De mooie kant van de vergrijzing is dat dit betekent dat mensen gemiddeld ouder worden. Een jongetje dat geboren werd in 2020 heeft een levensverwachting van 79,7 jaar, terwijl een meisje uit datzelfde jaar een levensverwachting heeft van 83,1 jaar. Als we bedenken dat in 1850 de levensverwachting voor mannen rond de 38 jaar en voor vrouwen rond de 40 jaar lag, dan is er een enorme sprong gemaakt. De grootste sprong is gemaakt door het terugdringen van de kindersterfte. De aanleg van waterleiding en riolering, betere hygiëne en verbeterde gezondheidszorg onder andere door vaccinaties en antibiotica hebben het aantal infectieziekten en daarmee de kindersterfte flink laten dalen. Aan de kant van de volwassenen heeft een gezondere levensstijl waaronder minder roken geleid tot minder hartfalen en longkanker.
En hoewel we gemiddeld dus ouder worden en allemaal oud willen worden, willen we niet oud zijn. Met het ouder worden neemt namelijk de kans op het krijgen van allerlei aandoeningen exponentieel toe. Mensen boven de 65 hebben veel meer kans op het krijgen van kanker, dementie, hart- en vaatziekten, diabetes, parkinson en reuma, om maar een aantal aandoeningen te noemen. Met andere woorden: ouderdom is een enorme risicofactor voor allerlei ziekten. En daarmee dient zich de vraag aan hoe we ouderdom moeten zien. Is oud worden een natuurlijk proces dat bij het leven hoort of moeten we het als een aandoening zien? Als het laatste het geval is dan zou ouderdom net als andere aandoeningen mogelijk te behandelen zijn. Als maatschappij geven we jaarlijks miljarden uit aan het bestrijden van afzonderlijke ouderdom gerelateerde ziekten, zoals kanker, en proberen we risicofactoren te vermijden, met als doel om langer gezond te leven. Door ouderdom te behandelen pakken we echter de grootste risicofactor voor tal van aandoeningen aan, waardoor er echt winst valt te behalen. Niet in de eerste plaats vanuit de gedachte om (nog) langer te willen leven, maar om langer gezond te leven.
Nu is ouderdom wel degelijk te beïnvloeden. Twee zeer zeldzame syndromen, het Hutchinson-Gilford-syndroom en het Werner-syndroom, die veroorzaakt worden door specifieke afwijkingen in het DNA, leiden tot extreem vroege veroudering die gepaard gaat met allerlei aandoeningen die ook bij normale veroudering voorkomen. Aan de andere kant kan ouderdom ook uitgesteld worden, althans in gist, wormen, fruitvliegen en muizen. Wetenschappelijke studies in deze organismen hebben laten zien dat antennes die registreren hoeveel voedsel er in ons lichaam voorradig is, een belangrijke rol spelen in het ontstaan van ouderdom. Als de antennes continu signalen registreren dat er voldoende voedsel in de vorm van suikers en aminozuren aanwezig is, dan zet veroudering eerder in. In afwezigheid van deze voedselsignalen treedt veroudering, en de daarmee gepaard gaande aandoeningen, veel later op.
Studies in dezelfde organismen laten zien dat dit effect ook valt te bewerkstelligen door de voedselopname te beperken. Het beperken van het aantal calorieën met 30 procent of periodiek vasten leidt bij muizen tot 10 tot 25 procent levensverlenging en minder ouderdom gerelateerde ziekten.
Of dit bij mensen hetzelfde effect heeft blijft de vraag maar is wel een intrigerende gedachte om ouderdom te behandelen. Of dit uiteindelijk zal leiden tot een nog hogere levensverwachting blijft de vraag. Biologisch gezien is er alle reden om aan te nemen dat de mens zo oud kan worden als Methusalem. Voor vergrijzend Nederland is het belangrijker om een antwoord te vinden op de vraag hoe we gezond ouder kunnen worden.
De auteur is moleculair bioloog.