Kampenaar wijst naar schoonfamilie bij ‘zwembadmoord’
Een 56-jarige man uit Kampen die verdacht wordt van betrokkenheid bij de moord op Jan Elzinga in 2012 stelt dat de schoonfamilie van het slachtoffer hem destijds had gevraagd voor de uitvoering, maar hij had geweigerd. De zaak staat bekend als de ‘zwembadmoord, omdat’ Elzinga (40) negen jaar geleden bij een zwembad in Marum (Groningen) werd doodgeschoten.
Schutter Pascal E. en handlanger Willem P. zijn veroordeeld tot forse celstraffen. P. is in de gevangenis gaan praten met het Openbaar Ministerie. Hij stelt dat hij was ingeschakeld door de vriendin van Elzinga, haar broer en moeder. Elzinga zou zijn vriendin mishandelen. De beloning was 30.000 euro. Volgens P. was hij via Johan L. uit Kampen in contact gekomen met de schoonfamilie. L. had ook een vuurwapen geregeld, aldus P.
L. zat maandag in de rechtbank in Groningen bij een inleidende zitting. Hij stelt dat de broer hem had gevraagd om Elzinga te doden. Dit weigerde hij omdat hij naar eigen zeggen tegen huurmoorden is. L. had per ongeluk P. hierover verteld, maar raadde hem af om de moord te plegen. Het wapen was door een kennis geleverd, aldus L. Enige tijd voor de moord was hij met informatie naar de politie gegaan, maar daar zou niks mee zijn gedaan, aldus L. „Ik wilde het juist voorkomen.”
Maandag verscheen ook de schoonmoeder voor de rechter. Volgens P. zou Jacoba van der L. (59) uit Roden L. het wapen hebben betaald. Ze zegt niks te maken te hebben met de ‘zwembadmoord’. Bij de vorige inleidende zitting ontkenden haar kinderen, Monique H. (42) uit Hollandscheveld en Marcel (39) uit Nieuw-Roden, ook elke betrokkenheid.
P. heeft aan het OM mobieltjes gegeven waarop belastende communicatie tussen hem en de broer zou staan. Er heeft zich ook een getuige gemeld. De broer zou tegen hem hebben gezegd de moord te hebben geregeld, aldus de getuige. Het viertal zit in voorarrest.