Voor aanvang van de EU-top in Brussel zei de premier dat uitvoerig onderzoek naar de uithuisplaatsingen geboden is. Het kabinet gaat „heel precies uitzoeken hoe het zit.”

Het Centraal Bureau voor de Statistiek meldde eerder deze week dan tussen 2015 en 2020 ruim 1100 kinderen van slachtoffers uit de toeslagenaffaire zijn ondergebracht bij een pleeggezin of in een instelling.

De Belastingdienst merkte ouders ten onrechte aan als fraudeur en bracht hen met terugvorderingen en boetes in grote financiële problemen. Veel ouders raakten ook psychisch in de knel.

Hoger aantal

Minister Sander Dekker voor Rechtsbescherming sluit niet uit dat veel meer dan 1100 kinderen van gedupeerde ouders uit huis zijn geplaatst. „Aangezien nog niet alle ouders die zich gemeld hebben een eerste toets hebben gehad, kan het aantal kinderen hoger liggen”, zo schrijft de bewindsman in een brief aan de Tweede Kamer. Ook melden zich nog steeds ouders aan als gedupeerde.

Dekker wijst erop dat de CBS-cijfers alleen de gedwongen uithuisplaatsingen in beeld brengen. Gevallen waarbij ouders zelf aangaven niet meer voor hun kinderen te kunnen zorgen, zijn niet in de cijfers meegenomen.

Heel zuinig

Onafhankelijk Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt, die als een van de eersten aandacht vroeg voor de toeslagenaffaire, wil graag een concreet plan van aanpak over de uithuisplaatingen. De brief van Dekker noemt hij „een heel, heel zuinige reactie.”