Dat blijkt uit dinsdag gepubliceerd onderzoek van bureau Flycatcher in opdracht van de Veiligheidsregio Limburg-Noord. Aan de hand van dit onderzoek wil de veiligheidsregio meer inzicht krijgen in hoe inwoners van Noord- en Midden-Limburg de periode van hoogwater van 15 tot en met 18 juli, de evacuatie en de communicatie hebben ervaren. Met deze informatie wil de regio zich beter voorbereiden op toekomstige rampen en crises.

In totaal deden 2219 inwoners aan het onderzoek mee. Van hen hadden twee op drie eerder al minstens één overstroming in hun omgeving meegemaakt.

Bijna negen op tien van de mensen die door hoogwater werden getroffen namen maatregelen om hun eigendommen te beschermen. Bijna twee op drie plaatste de inboedel hoger, 42 procent legde zandzakken en 17 procent bracht de inboedel naar elders. Driekwart van deze mensen kreeg hulp van buren, vrienden of familie.

De helft van de mensen die voor het hoogwater moesten vertrekken had niet verwacht dat ze moesten evacueren. Vier op vijf mensen waren ook niet van plan om weg te gaan, totdat ze het dringende advies kregen om te evacueren. Niet iedereen vertrok. Zo bleef een kwart toch thuis, om op het huis te letten of omdat men geen overstroming in huis verwachtte. Slechts 4 procent maakte van een noodopvang gebruik, de rest vond elders onderdak.

De helft van de mensen is niet tevreden over het NL-Alert rond het hoogwater. Ze vinden dat de informatie onvoldoende was om risico’s in te schatten. Bijna een op drie vond die informatie wel voldoen. De online persconferenties van de regio werden goed gevolgd (70 procent), maar wisselend beoordeeld. Er waren ongeveer evenveel positieve als negatieve reacties op de geboden informatie.

De veiligheidsregio kreeg een 6,7 als waardering voor de werkzaamheden. In Zuid-Limburg loopt nog een belevingsonderzoek, waarvan de resultaten later bekend worden.