Economie

Ontwerp van school tot zorgcentrum

Scholen, zorgcentra, particuliere woonhuizen, kerken. De ontwerpen van GelukTreurniet Architecten zijn divers. Bewust, want „specialisatie maakt je in deze branche kwetsbaar.” Nieuwe opdrachten vormen een uitdaging. „Wie weet ontwerpen we ooit nog een brandweerkazerne. De kennis is er.”

Marcel ten Broeke
26 November 2004 10:58Gewijzigd op 14 November 2020 01:55
VLAARDINGEN - Architect Hans Treurniet: „Voorzover mogelijk proberen we flexibel te bouwen. Verder letten we sterk op de herkomst van bouwmaterialen en hergebruiken we grondstoffen zo veel mogelijk.” - Foto Joep van der Pal
VLAARDINGEN - Architect Hans Treurniet: „Voorzover mogelijk proberen we flexibel te bouwen. Verder letten we sterk op de herkomst van bouwmaterialen en hergebruiken we grondstoffen zo veel mogelijk.” - Foto Joep van der Pal

Het is niet dat Hans Treurniet (58) als kind met blokken al allerlei gebouwen maakte, maar „de interesse in techniek is er wel altijd geweest.” Met een stedenbouwkundige als broer en diverse familieleden werkzaam in de zorg bleef hij dicht bij huis. De gezondheidszorg is op dit moment de belangrijkste opdrachtgever voor het Vlaardingse GelukTreurniet Architecten.

Vanuit de voorkamer van zijn ouderlijk huis, die gedeeld moest worden met broer Han, startte Gilles Geluk in 1954 zijn eigen architectenbureau. Kansen lagen in deze naoorlogse periode van wederopbouw voor het grijpen. Nederlandse bouwkundigen stonden voor de taak honderdduizenden woningen en talloze fabrieken te realiseren. Geluk kon direct van start in zijn eigen woonplaats, waar de Vlaardingse Westwijk moest verrijzen.

Hield Geluk zich de eerste jaren vooral bezig met het ontwerp van woningen en bedrijfsgebouwen, in de economische opgang van de jaren zestig ontstond een toenemende vraag naar verzorgingshuizen met de nodige privacy voor bewoners. Hij speelde hierop in en ontwierp diverse bejaardenhuizen, waaronder het in 1972 gerealiseerde Beth San in Moerkapelle.

De opdrachten stapelden zich op en in 1974 raakte huidig directeur Hans Treurniet bij het Vlaardingse bedrijf betrokken. In eerste instantie als freelancer voor het ontwerp van een nieuw kerkgebouw voor de plaatselijke gereformeerde gemeente. Treurniet: „Geluk vroeg me het ontwerp van het kerkgebouw, waarin we beiden kerkten, op me te nemen. Later hoorde ik dat het de bedoeling van de kerkenraad was geweest dat ik zitting zou nemen in de bouwcommissie. Geluk wist dit blijkbaar al en wilde me liever aan zijn kant van de tafel.”

Treurniet kreeg al snel een vaste aanstelling en na zijn afstuderen aan de Rotterdamse Academie van Bouwkunst werd hij in 1980 mededirecteur, waarna de onderneming verder ging onder de naam Architectenbureau Geluk en Treurniet. Na het plotseling overlijden van Geluk in 1981 moest Treurniet de kar snel alleen trekken. In de economisch barre beginjaren tachtig brak ook voor het architectenbureau een moeilijke periode aan. Treurniet: „Als je nu terugkijkt, ervaar je dat je in die tijd gezegend bent.”

In de tweede helft van de jaren tachtig en in de jaren negentig maakte de architectuur een periode van ongekende bloei door. Veel unieke bouwvormen werden gerealiseerd en afgeschreven gebouwen met een culturele waarde konden worden bewaard door ze een andere bestemming te geven. Zo veranderde het monumentale Vlaardingse fabrieksgebouw De Pelmolen in een modern appartementencomplex, terwijl nieuwbouw eigenlijk goedkoper was geweest. Volgens Treurniet stamt vanuit die tijd „onze expertise in het herbestemmen van in onbruik geraakte gebouwen.”

De achttien medewerkers van het bureau proberen voortdurend op de hoogte te blijven van maatschappelijke en wettelijke veranderingen. Soms volgen deze veranderingen elkaar wel heel snel op, zodat plannen nog tijdens de rit bijstelling behoeven. „Dit was het geval bij ons lopend project in Barneveld. Zorgcentrum Elim wordt totaal vernieuwd, waarbij we de appartementen van bewoners fors vergroten. Bij de start van de ontwerpfase in 1998 bedroeg de wettelijk voorgeschreven appartementgrootte 39 vierkante meter. De bestaande appartementen waren 20 vierkante meter, dus we hadden kamers kunnen samenvoegen. Door de manier van bouwen van het oude zorgcentrum bleek dit echter geen rendabele optie en werd besloten tot nieuwbouw. Toen we het plan wilden indienen, verhoogde de overheid de wettelijke norm tot 45 vierkante meter per appartement. Alles moest weer worden aangepast.”

Omdat iets dergelijks het architectenbureau in het verleden al vaker was overkomen, viel de uiteindelijke schade volgens Treurniet mee. „Voorzover mogelijk proberen we flexibel te bouwen. Dat biedt de mogelijkheid om op een later tijdstip eenvoudig een ruimte te vergroten of te verkleinen.”

Vanuit het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid probeert Treurniet het begrip duurzaam ondernemen in praktijk te brengen. „Zo letten we sterk op de herkomst van bouwmaterialen en hergebruiken we grondstoffen zo veel mogelijk.”

Ook in het buitenland probeert het bedrijf wat te betekenen. Het bureau presenteerde twee weken geleden in het kader van de viering van het vijftigjarig jubileum een masterplan voor de bouw van een hbo-campus voor kansarme jongeren in Ethiopië. Treurniet: „Je kunt ook gewoon geld geven, maar de vraag is of je dan werkelijk betrokken bent.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer