Dat stelde minister Veerman van Landbouw vrijdagmorgen in de Tweede Kamer. In het kader van het Nederlands EU-voorzitterschap hebben de Eerste en de Tweede Kamer daar een conferentie belegd voor Europese landbouwcommissies om te praten over een maatschappelijk geaccepteerde bestrijding van dierziekten.

Buiten het ruimen van zieke dieren en de beesten bij de haard van de besmetting, zullen „we snel overgaan tot vaccineren om verdere uitbreiding van de ziekte te voorkomen”, zei Veerman. „Deze gevaccineerde dieren zullen niet worden gedood.”

Het is volgens Veerman moeilijk om in te schatten hoe duur de vaccinatie zal zijn. De Wageningen Universiteit doet daar momenteel onderzoek naar. De resultaten daarvan worden binnenkort gepubliceerd. De minister liet alvast wel doorschemeren dat „hoge economische kosten niet kunnen worden uitgesloten.” De agrarische sector moet aan die kosten bijdragen, stelde de bewindsman.

Veerman noemde de tot nu toe gebruikte manier van dierziektebestrijding, het massaal ruimen van zieke en gezonde dieren, „maatschappelijk onaanvaardbaar.” Hij herinnerde de Europese delegaties aan het publieke protest dat in Nederland opging bij de bestrijding van de dierziektes in de afgelopen jaren. Een speciaal probleem daarbij was het ruimen van hobbydieren, zei Veerman. „Hartverscheurend”, vond hij dat. „Het was een nachtmerrie voor iedereen.” Vaccinatie na een uitbraak van vogelpest is overigens nog niet mogelijk. Er is nog geen goed vaccin voorhanden.

De minister wees erop dat het transport van dieren een belangrijke oorzaak van de verspreiding van dierziektes is. Hij zou het liefst zien dat er geen vee, maar vooral vlees vervoerd zou worden. Dat is echter nog een eind weg, aldus Veerman. Tot dat moment is hygiëne belangrijk om besmetting door transport te voorkomen.