Prepensioen laat ouderen langer doorwerken
De overgang van VUT naar prepensioen zorgt ervoor dat ouderen langer blijven werken. De prepensioenschema’s waarbij doorwerken voor ouderen na hun 61e jaar loont, hebben in de toekomst een nog sterker effect.
Dat stellen drie economen in een artikel in het jongste nummer van het vakblad Economisch Statistische Berichten (ESB), dat vrijdag is verschenen. Rob Euwals, Daniël van Vuuren en Ronald Wolthoff hebben het effect onderzocht dat de overgang van VUT naar prepensioen heeft op de leeftijd waarop ouderen stoppen met werken.
Sinds 1997 hebben ouderen bij de overheid gemiddeld acht maanden langer doorgewerkt, concluderen de drie na hun studie.
Door de komst van regelingen voor vervroegde uittreding (VUT) in de jaren zeventig konden werknemers voor hun 65e jaar stoppen met werken. Maar dat werd te duur doordat steeds minder werkenden de premie voor deze regeling voor steeds meer vutters moesten opbrengen. In de jaren negentig werd daarom het prepensioen ingevoerd.
De economen zijn tot de conclusie gekomen dat door de overgang van VUT naar prepensioen „belangrijke prikkels voor vervroegde uittreding worden weggenomen.”
Langer doorwerken loont bij prepensioen, terwijl daar bij de vut nauwelijks sprake van was. „De overgang van VUT naar prepensioen geeft dan ook een sterke impuls voor de verhoging van de arbeidsparticipatie van ouderen.”