Staken, als werken zonde is
Staken mag, als doorwerken zonde is, dat is de lijn die P. Schalk
volgt in zijn reactie op bijdragen van mr. A. Klaassen en prof. dr. W. Zondag. Om hulp te geven aan werkwilligen heeft zijn vakorganisatie een werkwilligenfonds in plaats van een stakingskas. De hete herfst is voorbij. Het sociaal akkoord heeft de temperatuur weer op een normaal peil gebracht. Dat is niet zonder slag of stoot gegaan. Naast een grote manifestatie op zaterdag 2 oktober waren er zelfs stakingen. Voor de RMU betekent dat een herhaling van de geschiedenis. Twintig jaar geleden was er ook grote maatschappelijke onrust met stakingsgolven. Dat was het moment waarop besloten werd tot de oprichting van de RMU. Nu is deze RMU uitgegroeid tot een professionele organisatie, die principieel en praktisch vorm en inhoud geeft aan haar doelstellingen op het terrein van arbeid en beroep.
Vanaf het begin van haar geschiedenis is de visie van de RMU op staken te vangen onder één zin: Staken mag als doorwerken zonde is. Deze stelling, ooit geformuleerd door professor Douma, geeft heel kort weer op welk moment het werk mag worden neergelegd. Dit mag in de visie van de RMU namelijk alleen als er door de arbeid ingegaan wordt tegen wat de Heere van ons vraagt. Een voor de hand liggend voorbeeld is onnodige zondagsarbeid. Een ander voorbeeld is de verpleegkundige die opdracht krijgt om ondersteunende taken te verrichten bij levensbeëindigend handelen op verzoek (oftewel euthanasie). In dergelijke gevallen mag het werk worden geweigerd.
Werkweigering
In beide voorbeelden gaat het eigenlijk om werkweigering, dus niet om ’gewone’ stakingen waarbij al dan niet georganiseerd het werk wordt neergelegd. De juridische kant daarvan is door prof. Zondag in diverse bijdragen belicht, waarbij blijkt dat er zelfs een stakingsrecht is.
De ethische kant is echter onderbelicht gebleven, omdat het volgens Zondag niet zo eenvoudig is om in de Bijbel voorkomende passages over werk en arbeidsverhoudingen direct te vertalen naar onze arbeidsverhoudingen. Dat is inderdaad niet altijd één op één mogelijk, maar de hoofdlijnen zijn toch wel heel duidelijk aan te wijzen. Het gaat immers bij stakingen in feite om een machtsmiddel dat ingezet wordt om de wederpartij ertoe te dwingen in te stemmen met de eisen.
Maar het gaat voorbij aan de manier waarop mensen met elkaar om dienen te gaan in het licht van wat God van ons vraagt, namelijk om Hem lief te hebben boven alles en onze naaste als onszelf. Dat betekent dat we de Heere moeten dienen, en ten opzichte van onze naaste dienstbaar moeten zijn in de diepe betekenis van het woord. In dienstbaarheid zijn immers waarden begrepen zoals trouw, zorgzaamheid, integriteit, verantwoordelijkheid en rechtvaardigheid.
Dat betekent dat verschil van inzicht op arbeidsvoorwaardelijke vraagstukken opgelost dient te worden met kracht van argumenten, met respect voor de ander en met aandacht voor de relatie tot de ander. Dat is immers een ander aspect van dienstbaarheid. Mensen staan met elkaar in een gezagsrelatie, omdat God mensen met gezag bekleedt.
In Zijn goedheid heeft God ons gegeven dat er gezagskringen zijn om in de gebrokenheid van onze samenleving orde en recht te kunnen handhaven. Een van die gezagskringen is die van de overheid met de onderdanen. Een andere gezagskring is die van de werkgever en de werknemer, de zogenaamde contractuele gezagsrelatie. Werkgever en werknemer hebben een gezamenlijk belang en dat leggen ze vast in een arbeidscontract. Daarin zijn de wederzijdse rechten en plichten verwoord. Staking van die werkzaamheden is dan ook aan te merken als contractbreuk. Dat is een inbreuk op de gezagsrelatie die alleen te rechtvaardigen valt als er iets van een werknemer gevraagd wordt dat tegen Gods geboden ingaat.
Praktisch
In Nederland hebben we gelukkig niet veel stakingen, maar dit najaar was het wel raak. Dan komen mensen die vanuit hun principes tegen staken zijn in een moeilijke situatie, omdat ze vaak alleen komen te staan en op onbegrip stuiten. Dan rustig en waardig aangeven wat de drijfveer is om gewoon aan het werk te gaan, vraagt om een goede doordenking. Vandaar dat de RMU haar leden in een speciale nieuwsbrief handvatten heeft aangereikt.
De praktijk kan nog moeilijker worden als de werkwillige gedwongen wordt zijn werk neer te leggen, bijvoorbeeld doordat de eigen collega’s de poort van het bedrijf blokkeren. Op dat moment wordt het de werkwillige onmogelijk gemaakt zijn arbeid te verrichten. In dat geval kan de werkgever het loon ook inhouden. Er wordt immers geen arbeid verricht, de contractueel geregelde prestatie wordt niet geleverd, dus de contractueel vastgestelde beloning blijft ook achterwege.
Juist in een dergelijk geval komt de werkwillige voor een heel lastige keuze te staan. Zijn stakende collega’s schrijven zich in als staker en ontvangen vanaf dat moment een uitkering uit de stakingskas van de vakbond waarvan zij lid zijn. Die stakingskassen worden in de loop van de jaren gespekt door van elke vakbondscontributie een deel in de stakingskas te storten. Alle vakbondsleden betalen dus mee aan de stakingen.
Fonds
Nu het probleem voor de werkwillige, die zich dus niet inschrijft als staker. Voor hem is er waarschijnlijk geen loon en zeker ook geen tegemoetkoming uit een stakingskas. Mr. Klaassen vraagt zich af of de RMU daar niet iets voor zou kunnen bedenken in de vorm van een antistakingskas. Blijkbaar is hij niet op de hoogte van het feit dat de RMU al vele jaren een werkwilligenfonds heeft. Als een lid van de RMU door een staking niet in de gelegenheid is om zijn werk te verrichten en zijn werkgever houdt zijn loon in, dan springen de RMU-juristen in de bres door de desbetreffende werknemer juridisch te ondersteunen en de werkgever dringend te verzoeken werk te bieden. Daarnaast krijgt het RMU-lid, afhankelijk van de situatie, een uitkering uit het werkwilligenfonds: hetzelfde bedrag dat een staker krijgt plus 1 euro bonus.
Op deze manier biedt de RMU concrete hulp aan haar leden die door stakingen in de problemen komen. Hiermee onderscheidt de RMU zich van de meeste andere vakorganisaties. De visie van de RMU is immers helder: de dwang van werkonderbreking of stakingen mag niet worden gebruikt omdat die de door God gegeven gezagsrelaties onder druk zet, omdat het contractbreuk betekent en omdat een machtsmiddel niet past in wederzijdse dienstbaarheid.
De auteur is directeur van de reformatorische vakorganisatie RMU.