Kabinet verwacht nog zeker 2100 Afghanen op te halen
Het kabinet verwacht nog zeker 2100 Afghanen te zullen overbrengen naar Nederland. Het gaat om mensen die onder meer voor hulporganisaties en Defensie hebben gewerkt, schrijft het demissionaire kabinet in een brief aan de Tweede Kamer.
Het kabinet heeft vastgesteld „een zorgplicht” te hebben voor deze groep mensen, zegt minister Ben Knapen (Buitenlandse Zaken). Volgens hem is dit aantal „wat we op dit moment beschouwen als uitvoerbaar”. Bij die ongeveer 2100 zijn de gezinsleden al meegeteld.
Het kabinet probeert hiermee tegemoet te komen aan de wens van de Kamer. Die nam medio augustus een motie van D66’er Salima Belhaj aan waarin het kabinet werd gevraagd alle Afghanen op te halen die de Nederlandse missie daar hebben geholpen. Dat bleek een lastige opgave.
Bij Buitenlandse Zaken kwamen tienduizenden mails binnen van Afghanen die meenden in aanmerking te komen voor hulp. Daarvan leken zo’n 20.000 onder de motie-Belhaj te vallen. Maar de informatie in veel van die mails is onvolledig en niet bruikbaar, aldus het kabinet.
Knapen heeft in samenwerking met hulporganisaties en Defensie lijsten gemaakt van mensen die in aanmerking komen voor evacuatie. Dat was effectiever dan de mails omdat deze organisaties volgens hem „simpelweg contractafspraken” hadden gemaakt.
Wanneer de Afghanen naar Nederland komen is onbekend. Knapen hoopt dat de komende weken het vliegveld van de Afghaanse hoofdstad Kabul vaker open zal zijn. Mensen moeten dan nog wel van de Taliban toestemming krijgen om het land te verlaten, benadrukt hij.
Sinds het einde van de evacuatie op 26 augustus zijn volgens Knapen nog zeker 200 Afghanen opgehaald. Een flink deel van hen vluchtte over land naar Pakistan.
De 2100 zijn grofweg te verdelen in drie groepen. De eerste groep bestaat uit zo’n achthonderd mensen. Zij hadden al de toezegging dat ze zouden worden geëvacueerd, maar dat lukte niet meer in augustus. Het gaat onder anderen om 320 Nederlanders en ingezetenen en 330 tolken en andere Afghanen die voor de Nederlandse of Europese militaire of politiemissie hebben gewerkt.
De tweede en derde groep kwamen eerder niet voor evacuatie in aanmerking. Het gaat naar schatting om 800 Afghanen die hebben gewerkt voor hulp- en ontwikkelingsprojecten die zijn gefinancierd door het ministerie van Buitenlandse Zaken. Zij moeten sinds 2018 „ten minste een jaar structureel substantiële werkzaamheden hebben verricht voor het desbetreffende ontwikkelingsproject in een publieke, zichtbare functie”. Het gaat dan alleen om projecten waar de Taliban moeite mee hebben zoals de bevordering van vrouwenrechten.
De derde groep telt 500 Afghanen. Het gaat om mensen die de afgelopen twintig jaar voor Defensie of de Europese politiemissie hebben gewerkt. Zij moeten zeker een jaar structureel zichtbaar „substantiële werkzaamheden” hebben uitgevoerd om in aanmerking te komen voor asiel.
Het kabinet wil ook nog „extra inspanningen” plegen voor (fixers van) journalisten en mensenrechtenverdedigers. Verder zal Nederland zich „flexibel” opstellen als VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR een verzoek doet individuele Afghanen op te nemen die naar buurlanden zijn gevlucht en daar niet veilig zijn.
De Tweede Kamer debatteert woensdag over Afghanistan. Eerder traden ministers Sigrid Kaag (Buitenlandse Zaken) en Ank Bijleveld (Defensie) af nadat de Kamer een motie van afkeuring over de evacuatie had aangenomen.