Het comité vindt dat de onderzoeken van de wetenschappers gezorgd hebben voor een „revolutie in empirisch onderzoek”. Hun onderzoeken zouden ervoor hebben gezorgd dat belangrijke vragen nu beter beantwoord kunnen worden. Het comité benadrukt in een toelichting dat veel van de grote vragen in de sociale wetenschappen gaan over oorzaak en gevolg, zoals hoe immigratie lonen en werkgelegenheid beïnvloedt.

„Deze vragen zijn lastig te beantwoorden omdat we geen vergelijkingsmateriaal hebben. Echter, de prijswinnaars hebben met behulp van natuurlijke experimenten aangetoond dat er wel degelijk antwoord valt te geven op dit soort vragen”, staat in een toelichting van het comité. Imbens ontwikkelde bijvoorbeeld methoden waarmee het effect van beleid op de economie kan worden gemeten.

De in Geldrop geboren Imbens geldt volgens de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) als een typische vertegenwoordiger van de Nederlandse econometrie. Nederland is het enige land ter wereld waar academische econometrie-opleidingen vanaf het eerste jaar worden aangeboden, zegt de organisatie naar aanleiding van de prijsuitreiking. Imbens studeerde decennia geleden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Sinds de jaren tachtig werkt hij in de Verenigde Staten, waar hij hoogleraar toegepaste econometrie en economie is aan Stanford University.

Mede-winnaar Card is verbonden aan de University of California. Hij krijgt de helft van het prijzengeld, dat in totaal 10 miljoen Zweedse kroon bedraagt (omgerekend iets minder dan 1 miljoen euro). Imbens en Angrist, van het Massachusetts Institute of Technology, delen de andere helft van het prijzengeld.

De Nobelprijs voor de Economie hoort niet bij de ‘klassieke’ prijzen zoals grondlegger Alfred Nobel ze ooit heeft bedacht. De onderscheiding is een initiatief van de Zweedse centrale bank en wordt sinds 1969 uitgereikt. In dat jaar deelde de Nederlander Jan Tinbergen de prijs met zijn Noorse collega Ragnar Frisch. Tinbergen wordt ook wel beschouwd als de grondlegger van de econometrie.