Kerk & religie

Israëls herstel

Amos 9:11

8 October 2021 08:14
beeld RD
beeld RD

„Te dien dage zal Ik de vervallen hut van David weder­oprichten, en Ik zal haar reten vertuinen, en wat aan haar is afgebroken, wederoprichten, en zal ze bouwen als in de dagen vanouds.”

God de Vader heeft door Zijn beloften Zich aan de Joden verbonden, om nog eenmaal hun God te zullen worden en hun door Zijn Geest te geven het geloof, waardoor ze Hem hun Heere en God noemen zullen.

Doch omdat niemand tot de Vader komen en gemeenschap met Hem hebben kan zonder Zijn Zoon –de Weg, de Waarheid en het Leven– daarom wordt hier (Hosea 3:6) naast de Vader ook Zijn Zoon, de Messias, gevoegd, Die genoemd wordt David en hun Koning.

Hier denken aan Koning David of aan Zerubbabel, die uit het huis van David was en daarom David genoemd zou kunnen worden; wat is dat anders dan de Schriften ontzenuwen, de volgorde van deze voorzegging omkeren? Immers anderen verstaan onder David de Messias, de Zoon van David, of het Rijsje uit de afgehouwen tronk van Isaï, de Uitverkorene des Heeren.

Ja, de hedendaagse Joden hebben na hun langdurige verwerping de belofte van een zekere Zoon van David, Die uit zijn lendenen voortkomen zou en in Wie hij als wederom herleven zou. De Messias nu wordt David genoemd, zowel hier, als in Psalm 18:51, 89:4, 132:10, Jeremia 30:9, Ezechiël 34:23-24, 37:24-25, Amos 9:11 en Handelingen 15:6,17. Hij was immers Davids Zoon naar het vlees, zoals Hij naar de Geest de Heere van David en Zijn volk was (Psalm 110:1, Mattheüs 22:42,45, Handelingen 2:34, Romeinen 1:3).

Johannes Bierman, 
predikant te Boetzelaar

(”De prophetie van Hosea verklaard”, 1702)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer