Europese beurzen flink hoger na deal over schuldenplafond VS
De Europese aandelenbeurzen zijn donderdag flink hoger gesloten, waarmee de koersverliezen van een dag eerder werden weggepoetst. Beleggers reageerden vooral met opluchting op een akkoord tussen de Democraten en Republikeinen in de Senaat over een verhoging van het Amerikaanse schuldenplafond tot in december. De ruzie over het schuldenplafond in Washington zorgde samen met de inflatievrees eerder deze week voor grote onrust op de financiële markten.
De AEX-index in Amsterdam eindigde met een plus van 2,1 procent op 777,18 punten. De MidKap won 1,4 procent tot 1046,17 punten. De beurzen in Londen en Parijs stegen tot 1,7 procent. De DAX in Frankfurt klom 1,8 procent, ondanks een flinke afname van de Duitse industriële productie in augustus.
Techinvesteerder Prosus profiteerde van een sterk herstel in de techsector, waarin het grote belangen heeft, en was koploper in de AEX met een plus van 7 procent. Uitzender Randstad en staalconcern ArcelorMittal stonden ook in de kopgroep, met stijgingen tot 4 procent. Chipmachinemaker ASML kreeg een koopadvies van KBC Securities en won 3,5 procent. Er waren geen dalers bij de hoofdfondsen.
Shell klom 1,3 procent in de hoofdindex op Beursplein 5. Het olie- en gasconcern raamt de impact van orkaan Ida in de Golf van Mexico op zo’n 400 miljoen dollar. Die orkaan trof in augustus het zuiden van de Verenigde Staten. Een groot deel van de olieproductie in de Golf van Mexico kwam daardoor tijdelijk stil te liggen.
In de MidKap stond laadpalenfabrikant Alfen bovenaan met een plus van 4,4 procent. Metalenspecialist AMG had eveneens de wind mee, met een plus van 3,8 procent. Hekkensluiter bij de middelgrote fondsen op het Damrak was luchtvaartconcern Air France-KLM met een min van 1,7 procent.
In Frankfurt zette TeamViewer (min 7 procent) de daling voort. Het Duitse technologiebedrijf raakte woensdag al 25 procent kwijt na een winstalarm. Het Franse modehuis Hermès won 3,7 procent in Parijs dankzij een adviesverhoging door de Britse bank HSBC.
De euro was 1,1565 dollar waard, tegen 1,1535 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie kostte 0,9 procent meer op 78,11 dollar. Brentolie werd 1 procent duurder op 81,86 dollar per vat.