Wall Street werkt verliezen weg na schuldenvoorstel Republikeinen
De aandelenbeurzen in New York zijn woensdag hoger gesloten, waarmee de forse verliezen van eerder op de dag volledig zijn verdwenen. Het herstel kwam na een voorstel van Republikeinen om het schuldenplafond van de Amerikaanse overheid tijdelijk op te hogen.
De aanhoudende impasse over het verhogen van het schuldenplafond houdt de financiële markten al weken in de greep. Als de limiet niet snel wordt verruimd, zouden de Verenigde Staten op 18 oktober niet meer aan hun financiële verplichtingen kunnen voldoen.
De leider van de Republikeinen in de Senaat, Mitch McConnell, deed een voorstel om het plafond tot in december te verhogen. Enkele Democraten reageerden sceptisch, omdat het slechts om tijdrekken zou gaan. Maar een stemming over de schuldenproblematiek in de Senaat is uitgesteld voor beraad binnen de partij van president Joe Biden.
De breed samengestelde S&P 500 eindigde de sessie 0,4 procent hoger op 4.363,55 punten. Eerder stond de graadmeter nog op 1,3 procent verlies. De Dow-Jonesindex won 0,3 procent tot 34.416,99 punten en techgraadmeter Nasdaq steeg 0,5 procent tot 14.501,91 punten.
Beleggers verwerkten ook een positief banenrapport van loonstrookverwerker ADP. In september kwamen er 568.000 banen in het bedrijfsleven bij. Dat waren er veel meer dan verwacht. Het ADP-rapport loopt vooruit op het banenrapport dat de Amerikaanse overheid vrijdag publiceert.
Bij de bedrijven ging de aandacht verder uit naar de cijfers van drankenmaker Constellation Brands. Het bedrijf kwam met een beter dan verwachte omzet en verhoogde ook de verwachtingen, maar de winst viel tegen. Het aandeel werd 0,7 procent hoger gezet.
Palantir won bijna 1,6 procent. Het big-databedrijf sleepte een contract van het leger binnen ter waarde van 823 miljoen dollar. Facebook werkte eerdere verliezen weg en sloot 0,2 procent hoger. Topman Mark Zuckerberg reageerde op de kritiek over de invloed van Facebook op met name de geestelijke gezondheid van kinderen en tieners. Hij stelde dat het niet waar is dat het bedrijf winst boven veiligheid van gebruikers stelt, zoals een voormalige medewerkster beweert.
De euro was 1,1558 dollar waard, tegen 1,1535 dollar bij het slot van de Europese beurzen. Een vat Amerikaanse olie kostte 2,4 procent minder op 77,05 dollar. Brentolie werd 2,1 procent goedkoper op 80,81 dollar per vat.