Lage waardering nieuwe premier drukt op Japanse beurs
De aandelenbeurs in Tokio is woensdag opnieuw flink lager gesloten en zakte tot het laagste niveau sinds eind augustus. Beleggers leken zich aanvankelijk op te trekken aan het stevige herstel in Europa en op Wall Street, maar gooiden de handdoek toch weer in de ring. Een laag waarderingscijfer voor de nieuwe Japanse premier Fumio Kishida zorgde voor onzekerheid. Een duidelijke overwinning van zijn regeringspartij Liberaal-Democratische Partij (LDP) bij de aanstaande verkiezingen in het land lijkt daarmee van de baan.
De Nikkei in Tokio eindigde uiteindelijk 1,1 procent in de min op 27.528,87 punten. Een dag eerder verloor de Japanse hoofdindex al ruim 2 procent. De graadmeter leverde daarmee de stevige koerswinst die volgde op de aankondiging van het vertrek van premier Yoshihide Suga weer in. De plannen van zijn opvolger Kishida om de belasting op vermogenswinst te verhogen zorgen voor koersdruk op de markt. Beleggers lijken nog snel wat winsten op de verkoop van aandelen veilig te stellen voor de belastingverhoging. Techinvesteerder SoftBank en robotmaker Fanuc, twee zwaargewichten in de index, verloren tot bijna 2 procent.
In China waren de beurzen nog dicht vanwege de zogeheten Gouden Week in het land. De Hang Seng-index in Hongkong noteerde tussentijds 0,4 procent lager. Beleggers wachten nog altijd op nieuws van het noodlijdende Chinese vastgoedconcern Evergrande, waarvan de handel in het aandeel aan het begin van de week werd stilgelegd. Persbureau Reuters meldde woensdag dat twee makelaarskantoren uit Hongkong de door schulden geplaagde vastgoedreus voor de rechter hebben gesleept vanwege onbetaalde commissies.
De All Ordinaries in Sydney verloor 0,6 procent. In Nieuw-Zeeland verhoogde de centrale bank de rente van 0,25 procent tot 0,5 procent. Het was de eerste renteverhoging in zeven jaar. De centrale bank gaf daarbij aan de rente in de komende tijd verder te zullen verhogen om de inflatie te beteugelen en de overspannen huizenmarkt aan te pakken. Het land voegde zich daarmee bij Zuid-Korea en Noorwegen, die eerder al de rentetarieven opschroefden.