RIVM onderzoekt leerprestaties
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) onderzoekt of het vliegverkeer op Schiphol invloed heeft op de leerprestaties van kinderen. Het onderzoek maakt deel uit van een grote Europese studie en wordt opgenomen in de derde fase van de Gezondheidskundige evaluatie Schiphol die het RIVM verricht in opdracht van de rijksoverheid.
Aanleiding voor het onderzoek is de gedachte dat slaapstoornissen bij kinderen vaak moeilijk te meten zijn, legde E. Lebret van het Centrum voor Milieu–gezondheidsonderzoek van het RIVM donderdag uit. Bovendien waren er aanwijzingen dat vliegtuigoverlast de prestaties van schoolgaande kinderen negatief beïnvloeden. Buitenlandse onderzoeken versterken die aanwijzingen, stelt de onderzoeker. Hij verwacht het leerprestatie–onderzoek komend voorjaar af te hebben.
Een ander onderdeel van de Gezondheidskundige evaluatie betreft onderzoek naar medicijngebruik, slaapstoornissen, veiligheidsgevoelens en de ervaren gezondheid van bewoners in de regio rond de luchthaven. Dit gebeurt op basis van gegevens van apothekers, ziekenhuizen en vragenlijsten voor en na de in gebruikname van de Polderbaan. Gekeken wordt naar het gebruik van zelfzorgmedicijnen, slaap– en kalmeringsmiddelen, medicijnen tegen luchtwegaandoeningen en geneesmiddelen tegen hart– en vaatziekten.
Wegens die Polderbaan is het onderzoeksgebied ook naar het noorden uitgebreid. Het onderzoek bestrijkt een terrein van 80 bij 55 kilometer rond de luchthaven. Lebret verwacht vooral over het gebruik van slaap– en kalmeringsmiddelen nieuwe ontwikkelingen omdat het vliegverkeer is toegenomen. Uit een eerdere Gezondheidskundige evaluatie in de jaren negentig is niet gebleken dat toegenomen gebruik van medicijnen tegen luchtwegaandoeningen met Schiphol te maken had.