Wilders en kanker
„Je mag in Nederland zeggen wat je wilt. Punt uit.” Dat was niet alleen de mening van de Amsterdamse burgemeester Cohen, kort na de moord op Theo van Gogh. De vrijheid van meningsuiting werd alom bewierookt, ongeacht wat Van Gogh had uitgekraamd.Minister Donner van Justitie, die aankondigde belediging en godslastering sneller en zwaarder te willen straffen, kwam onder vuur te liggen. Zijn voorstel had een averechts effect. D66 begon meteen een kruistocht tegen het verbod op godslastering. Die kwam gelukkig niet verder dan de Bosporus.
Intussen is de moord op Van Gogh alweer drie weken geleden. Wat is het menselijk geheugen soms beperkt. Dinsdagavond zei de tot moslim bekeerde Nederlander Abdul-Jabbar van de Ven in een tv-programma van de EO dat hij diep in zijn hart blij was met de dood van Van Gogh en bovendien er niet rouwig om zou zijn als kamerlid Wilders binnen twee jaar aan kanker zou overlijden.
De uitspraken van Van de Ven schoten bij politiek Den Haag in het verkeerde keelgat. De fractievoorzitters vroegen minister Donner te onderzoeken of hij strafbaar is en PvdA-fractieleider Bos vindt dat desnoods de wet maar aangepast moet worden.
De felle reacties op het betoog van Van de Ven geven aan wat een zwabberbeleid sommige politieke partijen er op nahouden rond het thema vrijheid van meningsuiting. Zegt Van de Ven meer dan Van Gogh ooit zei? Integendeel. Drie jaar geleden wenste Van Gogh de toenmalige voorman van GroenLinks, Rosenmöller, een „juichende tumor” in zijn hersenen toe, inclusief de dodelijke afloop daarvan. De kamervragen daarover moeten nog gesteld worden. Sterker nog: ernstige ziektes als tering, kanker en pokken worden niet alleen in de volksmond maar ook in de media en op internet regelmatig medelanders toegewenst.
De selectieve verontwaardiging over de uitspraken van Van de Ven is daarom volstrekt onterecht. De verontwaardiging over de uitspraken van Van Gogh had niet minder mogen zijn dan nu over die van Van de Ven. Het is onjuist om te spreken over vóór en na 2 november, alsof er na de moord op Van Gogh een andere maatstaf geldt voor dit soort uitingen. Blijkbaar ontbreekt het sommige politici aan een goed kader om dat te beoordelen. Dat is met name gevaarlijk wanneer uitspraken vanuit een religieus kader, zoals die van Van de Ven, maar ook die van Van Dijke en El Moumni over homoseksualiteit, plotseling zo’n verschillende lading krijgen. Blijkbaar zijn het niet alleen moslims die te weinig incasseringsvermogen hebben.
De lugubere wens van Van de Ven -die Osama bin Laden zijn broeder noemt- valt daarmee echter op geen enkele manier goed te praten. Juist iemand die door jonge moslims als een identificatiefiguur wordt beschouwd, moet zich bewust zijn van het gewicht van zo’n uitspraak. In het interview was geen spoortje bewogenheid met Wilders te bekennen. Iemand de dood toewensen, moet inderdaad strafbaar zijn.
De kwestie-Van de Ven bevat ook een les voor christenen. Het bestraffen van de zonde en het haten van degenen die God haten mogen niet zomaar losgekoppeld worden van bewogenheid en gebed voor onze vijanden.