Kabinet kan snellere afhandeling toeslagenaffaire niet garanderen
Staatssecretaris Alexandra van Huffelen (Toeslagen) kan alleen maar hopen dat de nieuwe aanpak waar zij aan werkt, leidt tot een versnelling van de afhandeling van het toeslagenschandaal. Maar beloven kan zij dat niet. In het huidige tempo duurt het nog jaren voordat alle gedupeerden de compensatie krijgen waar zij recht op hebben.
Het kabinet besloot begin dit jaar alle gedupeerden snel 30.000 euro te geven. Maar het is de bedoeling dat mensen die meer schade hebben geleden, die ook volledig vergoed krijgen. Dat loopt in sommige gevallen in de tonnen. Op dat geld moeten zij dus mogelijk nog jaren wachten, omdat er veel tijd gaat zitten in de afwikkeling van individuele dossiers.
Dat komt mede doordat de hoeveelheid werk de uitvoerders van de hersteloperatie boven het hoofd is gegroeid. Het aantal mensen dat meent gedupeerd te zijn, is sinds de zogenoemde Catshuisregeling opgelopen tot zo’n 47.000. Van driekwart van hen is vastgesteld of zij wel of niet voor die 30.000 euro in aanmerking komen. Maar dan moet de integrale beoordeling nog beginnen.
Het afhandelen van een enkel dossier duurt bovendien veel langer dan gedacht: 50 uur in plaats van de eerder geschatte 35 uur. Ook de krappe arbeidsmarkt speelt een rol. Het is moeilijk om mensen te vinden die de zaken kunnen afhandelen. Volgens Van Huffelen speelt daarbij ook dat het mentaal zwaar werk is om de ouders bij te staan.
Over een nieuwe aanpak moet Van Huffelen nog in beraad met onder meer de ouders en de uitvoeringsinstantie die hen helpt. Ook de Tweede Kamer wordt daar nog bij betrokken. Zij stelt wel vast dat zich veel mensen hebben gemeld die wel in de problemen zitten, maar niet door de kinderopvangtoeslag. Het kan helpen die groep naar het juiste loket te sturen, denkt zij.
„Het gaat niet zo snel als wij willen, en als de ouders graag willen”, erkent Van Huffelen. Zij hoopt het leed van veel wachtende ouders te kunnen verzachten door in ieder geval duidelijkheid te geven. „Ik hoor vaak dat ouders het niet eens zo erg vinden om te wachten, als ze maar weten wanneer ze aan de beurt zijn.” Maar Van Huffelen kan nu nog niet inschatten hoelang het in het huidige tempo precies zal duren.