De liberale oud-minister moest als rekenkamerlid sinds 2006 in de gaten houden of EU-geld wel goed terechtkwam, maar zorgde vooral goed voor zichzelf. Zo declareerde hij honderden jachttripjes en andere snoepreisjes als dienstreis bij zijn werkgever en reed te pas en te onpas de dienstauto voor. Ondertussen bleef hij zakendoen en politiek bedrijven, terwijl dat bij de onafhankelijke toezichthouder die de rekenkamer is niet is toegestaan. Uitgerekend de baas van de buitenlanddienst van de EU, die hij moest controleren, probeerde hij een appartement te slijten. Ook tilde hij volgens de rekenkamer de verzekering.

Toen het wangedrag van de 69-jarige Pinxten aan het licht kwam, werd zijn royaal betaalde aanstelling na twaalf jaar niet meer verlengd. De rekenkamer besloot vervolgens ook zijn opgebouwde pensioen terug te eisen, maar daartegen verzette Pinxten zich tot voor de Europese rechter.

Die heeft nu in zijn nadeel beslist, ook al neemt het hof onder meer de beschuldiging van verzekeringsfraude niet over. Dan blijft er echter nog genoeg over voor de conclusie dat Pinxten duidelijk „in strijd heeft gehandeld met de verplichtingen die uit zijn taak bij de rekenkamer voortvloeien”.