Afgrendeling wurgt Palestijnse economie
De Palestijnse economie ligt nog altijd in duigen en dat is het gevolg van de afgrendeling van de Palestijnse steden en dorpen door het Israëlische leger. Dat is de conclusie van een dinsdag verschenen rapport van de Wereldbank.
De blokkades beperken de economische activiteit en bemoeilijken het verkeer van mensen en handelswaar. De Palestijnse economie is in 2003 een beetje sterker geworden, maar ook in 2004 bleef de economische activiteit in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever ver onder het niveau van voor de tweede intifada.
De nieuwe Palestijnse volksopstand, die in september 2000 uitbrak, leidde tot een zware economische recessie. De Israëlische tactiek om Palestijnse woongebieden af te zetten en verbindingswegen te blokkeren, krijgt daarvan de schuld. „De afgrendeling is een belangrijke oorzaak van de crisis op de Westelijke Jordaanoever”, zegt Nigel Roberts, Wereldbank-directeur voor de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook. „De blokkades fragmenteren de Palestijnse economische ruimte, verhogen de kosten om handel te drijven en hebben de voorspelbaarheid doen verdwijnen die zakenpartners op prijs stellen.”
In 2003 werden maar half zo veel goederen getransporteerd tussen Israël en de Westelijke Jordaanoever als in de periode voor maart 2002. In maart 2002 begon het Israëlische leger met grootscheepse offensieven in de Palestijnse gebieden. Daardoor werd het voor ondernemers op de Westelijke Jordaanoever veel moeilijker grondstoffen of onderdelen in te voeren en hun producten naar het buitenland te verschepen.
Toch is het beeld voor 2003 niet helemaal negatief. Het Israëlische leger viel iets minder vaak binnen in de Palestijnse gebieden, er werden minder uitgaansverboden afgekondigd -het extreemste middel om de economische activiteit stil te leggen- en de Israëlische overheid betaalde eindelijk de opbrengst van een aantal heffingen uit die aan de Palestijnen toekomen. Die verbetering, die samenviel met verhoogde druk vanuit Washington op Israël om aan een vredesregeling te werken, leidde tot een tijdelijke verbetering van de financiële situatie in de Palestijnse gebieden. Het inkomen per inwoner steeg in 2003 met 1 procent.
Maar het herstel was niet van lange duur; Israël hervatte zijn grootschalige militaire campagne en begon ook weer meer Palestijnse woongebieden af te grendelen.
Daardoor zitten de Palestijnse gebieden economisch gezien nog altijd in de misère. Een kwart van de actieve bevolking op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook zat in 2003 zonder werk - in september 2000 bedroeg het werkloosheidspercentage nog 10. Volgens het rapport leeft bijna de helft van alle Palestijnen vandaag de dag onder de armoedegrens. Ongeveer 600.000 Palestijnen kunnen zelfs niet in hun basisbehoeften op het gebied van voedsel, kleding en huisvesting voorzien.
Volgens de Wereldbank kan de Palestijnse economie zich niet herstellen als er geen einde komt aan de afgrendeling van de Palestijnse dorpen en steden. Als de blokkades onmiddellijk worden opgeheven, zou een economische groei van 3,6 procent in 2005 mogelijk zijn. In 2006 wordt zelfs een groeisprong van 9 procent haalbaar. De Palestijnse Autoriteit moet volgens de Wereldbank meer werk maken van hervormingen en haar uitgaven binnen de perken houden.