Vervolgingen
Openbaring 11:8
„En als zij hun getuigenis zullen geëindigd hebben, zal het beest, dat uit de afgrond opkomt hun krijg aandoen en het zal hen overwinnen en zal hen doden.”
De getuigen moeten sterven, en hun dode lichamen liggen op de straat van de grote stad, en daardoor zullen de harten van velen geopenbaard worden, die hun geen graf willen toestaan (Openbaring 11). Het was altijd de geest van de vijanden van Gods volk, om hen te honen en hen te vertreden.
Tijden van groot lijden zijn tijden van grote ontdekking. De belijdenis maakt een mens niet zo goed openbaar als de vervolging. Want dan kan men zien, wat de harten der mensen betekenen voor Christus, voor de waarheden van Christus, voor de dienaren van Christus en voor het Koninkrijk van Christus. Dan kunnen wij zien, wie wel en wie niet voor Hem zijn; wie Hem volgen uit liefde en wie om de broden.
Dat is het vuur, dat een ieders werk onderzoekt, van welke aard het is. Het is, opdat de redding van Zijn volk blijken kan het werk van God te zijn, om hun vijanden tot eeuwige schande en stilzwijgen te brengen. Zoals toen Israël uit Egypte trok, God hen op die manier bevrijdde, dat geen hond zijn tong bewoog, zó zal het zijn, wanneer God Zijn macht zal voortbrengen om Zijn volk te behouden. Alle ongerechtigheid zal de mond gestopt zal worden. Ongerechtigheid betekent daar mensen vol van ongerechtigheid. De goddelozen zal de mond gestopt worden. En dat gebeurt, wanneer Hij de armen uit de verdrukkingen verhoogt!
Matthew Meade, predikant te Stepney
(”Nieuw leven in de doodsbeenderen”, 1710)