Slecht voorbeeld
Ik moet een wee uitspreken ter oorzaak van predikers en belijders die een slecht voorbeeld zijn voor het arme onkundige volk. Hoe weinigen van dit geslacht zullen naar de hemel gaan. O wee mij, gij adderengebroedsel, dat ik u moet zien! Johannes de Doper sprak deze woorden toen hij de Farizeeërs naar zich toe zag komen om de prediking te horen, terwijl ze geen lust hadden om hun oude vleselijke wegen te verlaten. Daarom zei hij: „Wie heeft u aangewezen te vlieden van de toekomende toorn?”Maar de mens die besloten heeft om tot Christus te komen, moet ook besluiten om landerijen, vrouw en kinderen te verlaten, ja zelfs zijn eigen leven, indien Christus er deze dag toe roept.
Dit land kende dagen dat men zeer voor Christus ijverde. Men achtte zich toen gelukkig om te ijveren voor de naam van God. Thans zijn wij in dezelfde gelegenheid als onze vaders hadden, want zij stelden alles in de weegschaal ter wille van de leer, de godsdienst, de tucht en de regering in het huis van God. Zij bonden zelfs de strijd aan opdat het Evangelie in zijn zuiverheid mocht worden voortgeplant voor de volgende generatie. Doch hoe weinigen willen thans iets verlaten om Christus wil. Wilt u deze zaken niet vaarwel zeggen? Ik zeg u dat u straks voor eeuwig van elkaar gescheiden zal worden.
Richard Cameron, predikant in Schotland, 17e eeuw (In tijden van vervolging)