Leveringsproblemen brandstof door tekort aan chauffeurs Groot-Brittannië
Als een olievlek verspreiden de problemen met de bevoorrading van brandstof zich door het Verenigd Koninkrijk. De oorzaak? In ieder geval niet de brexit, is de boodschap van de Britse regering.
Brandstof hamsteren, uit angst dat er straks geen druppel meer uit de pomp bij een tankstation zal komen. Dat gebeurt in het Verenigd Koninkrijk op veel plekken al dagen. Het Britse leger staat op verzoek van premier Boris Johnson sinds maandag paraat om indien nodig bij te springen. Militairen zouden brandstof kunnen vervoeren, zodat de tekorten bij de tankstations enigszins afnemen.
De oorzaak van het huidige brandstoftekort zit precies daar: bij het transport en de distributie. Het Verenigd Koninkrijk kampt al langer met een tekort aan vrachtwagenchauffeurs. Volgens schattingen zijn er nog zo’n 100.000 bestuurders nodig. De meningen verschillen echter over hoe dit tekort tot stand is gekomen.
De Britse regering wijst naar de coronapandemie, daardoor konden tienduizenden chauffeurs geen rijbewijs halen of een opfriscursus doen. Daarnaast heeft de transportsector te maken met vergrijzing; een grote groep vrachtwagenrijders gaat met pensioen of is met pensioen gegaan.
De regering in Londen wil geen direct verband leggen tussen het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie en de huidige leveringsproblemen. Critici spreken echter wel van de brexit en de gevolgen daarvan. Anton Valk, voorzitter van Nederlands-Britse Kamer van Koophandel (NBCC), omschrijft de huidige situatie als een „kinderziekte” die optreedt in het begin van een nieuwe periode.
Valk stelt dat de brexit allerlei problemen heeft opgeleverd, „met name in de distributie.” Het is logistiek ingewikkelder geworden, onder andere door de grenscontroles. Ook is het er rond personeelszaken niet makkelijker op geworden, omdat „mensen niet meer zomaar van buiten het Verenigd Koninkrijk in het land kunnen werken.” Dat dit nu niet meer kan, betekent dat er in sommige beroepsgroepen tekorten zijn, legt de voorzitter uit.
Aantrekkelijker
Het huidige probleem komt dus uit de brexit voort, verklaart Valk. „Dit is het gevolg als er geen vrijheid van verkeer van mensen meer is.” Voor tienduizenden vrachtwagenchauffeurs uit onder andere Oost-Europa is het vanwege de brexit bijvoorbeeld aantrekkelijker om in een andere Europese lidstaat te werken, dan in het Verenigd Koninkrijk.
De voorzitter van NBCC ziet de problemen met de tekorten bij de Britse tankstations en in de supermarkten daarom niet in Nederland ontstaan. „De export naar het Verenigd Koninkrijk is bovendien groter dan de import, daarom heeft vooral dat land nu last van de nieuwe situatie na de brexit. Er moet weer een nieuwe balans komen met meer chauffeurs in het Verenigd Koninkrijk.”
Ook volgens Erik Klooster, directeur van de Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie (VNPI), waait het ernstige brandstoftekort niet over naar Nederland. „We hebben hier af en toe ook wel een tekort aan chauffeurs die brandstof aanleveren, maar niet in die mate als in het Verenigd Koninkrijk”, zegt hij. De branche kampt wel met personeelstekorten en moet soms „knijpen” om de tankwagens te bemannen, maar het is geen acuut probleem, aldus de directeur. „Wij herkennen een Europees tekort aan chauffeurs wel, maar de situatie in het Verenigd Koninkrijk is uniek. Om die reden voorzien wij geen tekort in Nederland.”
Hoewel de Britse regering niet over de gevolgen van de brexit wil spreken, heeft zij wel een veelzeggende oplossing voor de vertrekkende Europese personeelsleden gepresenteerd.
Vrachtwagenchauffeurs komen nu in aanmerking voor een speciaal tijdelijk visum. Eerst wilde de regering die mogelijkheid niet bespreken, omdat zij juist de beperkte immigratie na het vertrek uit de EU promoot. Zij ging toch overstag toen de onrust toenam.