Column (ds. J. Belder): Grenzen
Nog altijd is ons kabinet demissionair in plaats van missionair en dus weinig zeggend. Ook vlot het maar niet tussen het tot elkaar veroordeelde duo Kaag/Rutte, ofschoon onze immer goedlachse premier zich een plooibaar jongleur toont. Wegen de cijfertjes van opiniepeiler Maurice de Hond zwaarder dan het algemeen belang?
Het RD vergeleek het uiteenrafelend kabinet bij een duiventil om de vele uit- en invliegers. Een zinkend schip in woelige baren had ook gekund. Zaterdag verging het matroos Mona als Jona. Het kabinet vernieuwt gewoon zichzelf.
Het Haagse paradepaard ‘economie’ draaft ondertussen stevig door. Goed voor duizenden nieuwe banen, mijmerde een glunderende premier. Maar wie gaat die vacatures invullen, dacht deze kantlijnkrabbelaar. Nu al is dat een groot probleem. Mikt Den Haag op instroom van buiten? Op economische, politieke en klimaatvluchtelingen? De explosieve bevolkingsgroei in Afrika zal stromen Europagangers leveren. Ook gebieden waar ‘het Westen’ militair orde schiep, zorgen voor veel aanwas.
Economie, zorg en pensioenen vragen om veel nieuwe handen. Voor hoelang? In de Troonrede van 1950 was het land vol, emigratie werd bevorderd. Ruim 400.000 landgenoten vertrokken een decenniumlang. In mijn geboortejaar waren er 10 miljoen inwoners, inmiddels 18 miljoen. De jaren zestig vroegen om veel handen. Gastarbeiders werden gelokt uit Marokko en Turkije. De gasten met heel andere culturele en religieuze achtergrond bleven. Gezinshereniging vond plaats. Dat hadden de kortetermijndenkers niet bedoeld. In 1980 keerde het tij, er waren al snel 80.000 werklozen.
Zijn er grenzen aan groei? Ongetwijfeld. Maar láát economie zich begrenzen? Meer productiviteit betekent meer CO2-uitstoot. Ongebreidelde bevolkingsaanwas vraagt om meer huizen, claimt meer van de schaarse ruimte en vergt meer infrastructuur.
Voor welvaartseconomen is het verleidelijk om luchtkastelen te bouwen en torens die tot in de hemel reiken. Misschien moeten China en Den Haag weldra overrekenen nu megavastgoedreus Evergrande wankelt op zijn lemen voeten en heel de wereldeconomie kan ontwrichten.
Ik lijd niet aan claustrofobie. Ook ben ik niet blind voor het grenzeloze leed van ontheemden, maar ik zie wel graag een doordachte opvangpolitiek en visie voor de langere termijn.
Geen betere staatshuishoudkunde dan Gods economie, die goed rentmeesterschap en wijs beheer bepleit. Tegenover een economie van ”nooit genoeg” staat het Evangelie van Jezus Christus dat wars is van materialisme en egoïsme.