Twijfels over haalbaarheid vernieuwing Maaslijn voor eind 2024
Opnieuw zijn er twijfels gerezen of de vernieuwing van de spoorlijn tussen Roermond en Nijmegen voor november 2024 klaar is. Eerder dreigde er vertraging omdat de kosten steeds opliepen en het Rijk en Limburg het een tijd lang niet eens werden over de vraag wie de oplopende meerkosten zou betalen.
Dat probleem met de Maaslijn is inmiddels uit de wereld. Maar nu waarschuwt ProRail het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) en de provincie Limburg voor mogelijke vertraging, nu de planning van het project nog eens tegen het licht is gehouden.
Naar aanleiding van deze waarschuwing vond donderdag bestuurlijk overleg plaats tussen demissionair staatssecretaris Steven van Weyenberg van I&W en de Limburgse gedeputeerde Maarten van Gaans (D66). Provincie en ministerie lieten weten hoe dan ook vast te houden aan de tijdige oplevering van de Maaslijn. Maar dit kan volgens Van Gaans niet zonder „aanvullende inspanningen vanuit ProRail”. Ministerie en provincie hebben ProRail donderdag dan ook gevraagd om extra maatregelen om het project binnen de afgesproken termijn te realiseren.
„Vertraging van het project is onwenselijk, gezien de nadelige effecten voor reizigers en vervoerders in het spoornetwerk in Zuidoost-Nederland en de impact op onze concessieafspraken met Arriva om nieuw elektrisch treinmaterieel te kunnen laten instromen”, aldus Van Gaans. Een verdere vertraging van het project zou volgens Van Gaans ook leiden tot meerkosten.
De kosten van het project worden nu geraamd op zo’n 320 miljoen euro, 96 miljoen meer dan eerder. Aanvankelijk weigerde Limburg mee te betalen aan de extra kosten, waardoor vertraging dreigde. Maar na overleg tussen waarnemend gouverneur Johan Remkes en toenmalig staatssecretaris Stientje van Veldhoven besloot Limburg alsnog 24 miljoen euro aan meerkosten bij te lappen. Ook reserveerde Limburg zo’n 10 miljoen voor als de kosten door extra risico’s alsnog oplopen.