Burendag in het hart van De Pijp
Iedere vierde zaterdag in september wordt de traditionele Burendag gehouden, een initiatief van Douwe Egberts en het Oranje Fonds. De Burendag –dit jaar op 25 september– is bedoeld om iets goeds voor de buurt te doen. Wat doet de kerk voor de buurt? Drie initiatieven op drie locaties.
In het hart van de Amsterdam wijk De Pijp, vlak bij het Sarphatipark en de Albert Cuypmarkt, verrijst een enorme stenen kolos, de Oranjekerk uit 1903. De kerk wil het „hart van De Pijp” zijn.
Links van de hoofdingang bevindt zich de buurtkapel, een kleine, zevenkantige ruimte, met een houten bank, vijf zitkrukjes en een kaarsenrek. Aan het plafond hangen vogelfiguren. Door het open venster is er zicht op de kerktuin, een tuin met het accent op planten en struiken uit de Bijbel.
De oude kerkzaal is in 1999 gerenoveerd en onherkenbaar veranderd. Vroeger vonden hier 1400 kerkgangers met gemak een plek. Als het moest, waren er ook nog eens een paar honderd staanplaatsen. Nu is het aantal zitplaatsen nog 200. Door glas-in-loodramen valt een spaarzaam morgenlicht naar binnen.
Op een van de losse stoelen in de kerkzaal zit ds. Jantine Heuvelink, predikant van de Oranjekerk. Ze houdt van haar kerk. Dat zie je zo. „Na de oorlog zat het hier stampvol. In de jaren tachtig zat men nog met een handvol mensen in deze enorme ruimte. En het dak was ook nog eens lek. Er waren plannen om de Oranjekerk maar te slopen, maar de buurtbewoners wilden de kerk niet kwijt. Nu is het gebouw gerenoveerd, opnieuw ingericht en wordt het gebruikt als kerkruimte voor de protestantse gemeente en als kantoorruimte.”
De Oranjekerk wil „het hart van de wijk” zijn. Kunstenaars uit De Pijp mogen er gratis exposeren, er worden concerten gegeven en er zijn activiteiten voor de buurt. Ds. Heuvelink: „Dit moet een oase zijn. Met deze kerk willen we mensen ter wille zijn, kwetsbare mensen ondersteunen, gastvrij zijn voor kerkgangers en wijkbewoners, voor yuppen en eenzamen. Daar moeten we wel iets voor doen, want mensen zijn huiverig voor de kerkdrempel. Een paar keer in de week is de kerk open. Elke dag is de buurtkapel geopend. Dan kan het zomaar gebeuren dat er iemand met zijn ziel onder de arm naar binnen loopt.”
De buurtkapel werd gerealiseerd in het jaar 2018. Er ligt geen Bijbel, er hangt geen kruis en zijn er geen christelijke symbolen aanwezig. „Inmiddels vinden we dat zo’n lege ruimte wel erg weinig ambitieus is. We zijn een protestantse kerk, dat hoeven we niet te verbloemen. In dat proces bevinden we ons nu. Het is een zoektocht.”
Rechts van de liturgische ruimte in de kerkzaal ligt het gastenboek. Hub schreef: „Lieve Heer, dank u wel dat ik hier naar binnen mocht. Vervang mijn pijn met licht en liefde.” In de rechterhoek staat een vleugel. Zeven meter hoog hangt een pijporgel in de ruimte.
Levensvragen
In deze Oranjekerk komen mensen op adem, zegt ds. Heuvelink: „Sommigen stellen diepe levensvragen. Iemand zei pas: „Ik ben wel christelijk opgevoed, ken de Bijbelse verhalen nog, maar doe er niets meer mee. Opeens vind ik het jammer dat mijn kinderen die verhalen niet meer horen. Willen júllie die misschien nog eens vertellen?””
Onder de kerktoren wordt in oktober een rouwkamer met opbaarruimte gerealiseerd. „Buurtbewoners kunnen die gebruiken”, zegt ds. Heuvelink. „Dat waarderen ze, om opgebaard te worden vlak bij hun eigen huis. Ook op zo’n manier kan de kerk de buurt nabij zijn.”
De vraag hoe de Oranjekerk kan laten zien dat zij kerk is en geen maatschappelijk centrum, houdt ds. Heuvelink bezig. „Ja, hoe dóé je dat? Dat is onze centrale vraag. Wij hebben oog voor alles wat kwetsbaar is, voor alles wat niet flitsend in het leven staat. Dat we kerk zijn, laten we zien bij warme maaltijden, die we openen met gebed en afsluiten met het een lied. We zijn huiverig om te evangeliseren. Daar zijn nogal wat mensen op afgeknapt. Maar de hele buurt kent de Oranjekerk en iedereen weet: daar kun je wel terecht, in dat huis van geloof, in dat gebouw van God. En hoe dat dan moet, geloven in God, daar zoeken we samen naar, in het licht van wat de Bijbel erover zegt.”
Buurtmaaltijd
Twee keer per jaar wordt er in de wijk rond de Eben Haëzerkerk gefolderd, om de open kerk-ochtend onder de aandacht te brengen. Per keer worden er meer dan 2000 folders bezorgd. Met Kerst en Pasen wordt een buurtmaaltijd aangeboden. Dan wordt er gezongen, uit de Bijbel gelezen, een meditatie gehouden en gebeden.
Naast de Eben Haëzerkerk staat een roc-school voor vbo- en mbo-onderwijs. In de pauze lopen de leerlingen langs. „Het is wel gebeurd dat een groepje vriendinnen of een paar jongens naar binnen kwamen. Ze wilden weleens weten hoe zo’n kerk eruitziet, want daar hadden ze echt geen flauw idee van. Dan proberen we te vertellen dat het hier om de Bijbel gaat en Wie God is. De Heere heeft toch maar één woord nodig. Je hoopt dat ze honger krijgen naar het Woord en in de Bijbel gaan lezen.”
Rond halfelf zitten er acht buurtbewoners aan de koffie. Stijnie is een vaste bezoekster. Waar komt ze voor? „Het is gezellig. Ik woon vlakbij, maar mis wat sociale contacten. Die vind ik hier. Wat fijn dat de kerk dan open is.”
Martha Bolanos (54) is een Colombiaanse christin. Ze is al bijna dertig jaar in Nederland. „Mijn buurvrouw is lid van deze kerk en heeft me eens meegenomen. Sindsdien ben ik er niet meer weg te slaan. Hier vind ik rust vanbinnen, voor mijn ziel.”
De Eben Haëzerkerk is een gebouw van hout en steen. Maar Bolanos ziet het als het huis van God. „Zijn woorden geven vrede in mijn hart. We lezen hier in de Bijbel, ze bidden voor mij. Dat was het waar ik naar op zoek was. En hier heb ik het gevonden.”
Zingeving
Naast de Ontmoetingskerk staat het wijkcentrum Dukenburg. Van daaruit wordt maatschappelijk werk geboden aan de wijk. Wat is het verschil tussen kerk en wijkcentrum? Van der Meer: „Wat zíj doen, hoeven wij niet te doen. En wat wíj doen, hoeven zij niet te doen. Het wijkcentrum stuurt weleens mensen naar ons door, zoals wij weleens mensen naar hen doorverwijzen. Maatschappelijk werk is projectgestuurd en heeft dus meestal een tijdelijk karakter. Wij als kerk zijn er langdurig. Wij blijven en gaan niet weg. De gesprekken die wij voeren met buurtbewoners worden gekleurd door ons geloof. We zijn gericht op zingeving en barmhartigheid.”
Buiten in de Ontmoetingstuin is Henk Voskuilen (80) aan het schoffelen. In 2017 is deze tuin aangelegd, bedoeld voor de buurtbewoners. Voskuilen: „De tuin is vrij toegankelijk. Hier is altijd wel iets te doen. Er komt ook hangjeugd, maar er wordt maar zelden iets stukgemaakt. Mensen komen hier hun boterhammetje opeten, de krant lezen of zomaar even uitrusten van een wandeling. Dit is een rustpunt voor de wijk. Het is goed dat de kerk zoiets aanbiedt, want hier komen we elkaar tegen. Dat is belangrijk in een wereld van individualisme en eenzaamheid.”
In de kerkzaal dwaalt een bezoeker van de aanloopochtend rond, Willemien (68). Wat zoekt ze hier? „Koffie. En afleiding. Hier ontstaan zomaar vriendschappen. Ik ben alleen, maar voel me hier altijd welkom. Het voelt dan alsof ik ergens bij hoor, bij een gemeenschap van mensen, die allemaal iets hebben met het geloof. Met de gastvrouwen kun je weleens een goed gesprek hebben. Het is fijn om geloof samen te delen. De Ontmoetingskerk geeft mij weer energie.”