Rode Kruis wil meer hulp voor vluchtelingen in jungle Panama
Er moet meer hulp komen voor de vluchtelingen die tussen Colombia en Panama via de jungle de grens proberen over te steken, meldt het Rode Kruis. De tocht door het bergachtige gebied zonder wegen wordt een steeds populairdere manier om vanuit Zuid-Amerika naar het noorden te vluchten, maar is volgens de hulporganisatie „een van de gevaarlijkste migratieroutes ter wereld”.
Dit jaar zijn er al 70.000 mensen, onder wie meer dan 13.000 kinderen, door het gebied getrokken dat Zuid- met Centraal-Amerika verbindt. Het gaat vooral om Haïtianen, Cubanen en Venezolanen die via de Darién Gap, zoals de jungle ook wel genoemd wordt, richting de VS trekken. In 2016 ging het in het hele jaar nog om 30.000 mensen.
„Het aantal migranten dat dit gebied doorkruist is nog nooit zo hoog geweest, nu de pandemie maar aanhoudt”, zegt Martha Keays, directeur van het Internationale Rode Kruis in Amerika. Dagelijks steken 600 tot 1300 mensen de grens over. „De reis door de jungle is gevaarlijk, de mensen die wij helpen lopen vaak fysiek of mentaal trauma op.”
Het Rode Kruis biedt humanitaire hulp in zowel Panama en Colombia en voorziet mensen van schoon drinkwater, muskietennetten en toiletspullen. De organisatie stuurt meer hulpverleners naar het gebied. In de afgelopen jaren heeft ze al aan 20.000 mensen hulp geboden.