In India wonen meer christenen dan blijkt uit volkstellingen
Het religieuze landschap in India is in de afgelopen decennia slechts bescheiden veranderd, blijkt uit onderzoek. Een grote tegenstelling met de bewering van hindoenationalisten dat christenen en moslims zich schuldig maken aan massale bekeringen.
De omvang van religieuze gemeenschappen is in India vaak het onderwerp van verhitte discussies. Met name de groei van minderheidsgroepen, zoals moslims en christenen, wordt door nationalistische Indiërs met argusogen bekeken in wat de thuisbasis is van ’s werelds grootste hindoebevolking.
Een dinsdag gepubliceerd rapport van het gerenommeerde Amerikaanse onderzoeksbureau Pew Research Center werpt hier nieuw licht op. Het beschrijft hoe de religieuze samenstelling van de Indiase bevolking sinds 1951 is gewijzigd en wat de belangrijkste oorzaken daarvan zijn.
Wat blijkt is dat het religieuze landschap in India in de afgelopen decennia slechts „bescheiden” is veranderd. Hindoes vormden bij de meest recente telling in 2011 79,8 procent van de 1,2 miljard inwoners. Dat is een daling van 0,7 procent ten opzichte van de vorige telling in 2001, en 4,3 procent lager dan de 84,1 procent die in 1951 werd geregistreerd.
Ondertussen groeide het aandeel van moslims van 13,4 procent in 2001 tot 14,2 procent in 2011. In 1951 lag dat nog op 9,8 procent. Christenen vormen volgens de cijfers al decennialang een stabiele 2,3 procent. Sikhs, boeddhisten en jaïnisten maken de rest uit.
De onderzoekers merken echter op dat er „enig bewijs” is dat het aantal christenen „mogelijk ondergewaardeerd” wordt. Christenen met een Dalit-achtergrond –Indiërs die niet meetellen in het kastensysteem en een achtergestelde positie hebben– noemen zichzelf geregeld hindoe om in aanmerking te komen voor bepaalde overheidsvoordelen.
In absolute cijfers maakten hindoes nog altijd de sterkste groei door. Die groep steeg van 304 miljoen naar 966 miljoen. Het aantal islamitische Indiërs nam toe van 35 miljoen naar 172 miljoen. Het aantal christenen steeg naar 28 miljoen, tegenover 8 miljoen in 1951.
Extremisten
Hindoe-extremisten beweren vaak dat christenen en moslims door middel van massale bekeringen het land in hun bezit nemen, maar die beschuldiging blijkt geen hout te snijden.
De onderzoekers onderzochten hoe vruchtbaarheidscijfers, migratie en bekering hebben bijgedragen aan de nieuwe religieuze samenstelling. Wat blijkt, de invloed van migratie of religieuze bekering is „verwaarloosbaar.” Achtennegentig procent van de Indiase volwassenen identificeert zich nog altijd met de religie waarmee ze zijn opgegroeid.
De grootste factor van belang is het geboortecijfer. Een vrouw in India krijgt in haar leven gemiddeld 2,2 kinderen. Voor hindoevrouwen is dat 2,1, terwijl moslims 2,6 en christenen 2,0 kinderen hebben.
„De bescheiden mate van demografische verandering kan worden verklaard door het feit dat moslimvrouwen gemiddeld meer kinderen hebben gekregen dan andere Indiase vrouwen, althans tot vrij recent”, vertelde onderzoekster Stephanie Kramer tegen de BBC. Het is echter „onmogelijk om precies te bepalen in welke mate de religieuze overtuiging alleen de vruchtbaarheid beïnvloedt.” Ook zaken als opleiding, rijkdom en culturele elementen spelen een rol.
Toekomst
De onderzoekers verwachten in de toekomst geen opvallende veranderingen in het religieuze landschap. Alle groepen in India laten namelijk stevige dalingen in geboortecijfers zien. Begin jaren negentig kreeg een vrouw in India nog gemiddeld 3,4 kinderen, nu 2,2. Onder de snelstgroeiende groep, de moslims, daalde het gemiddelde ook het snelst: van 4,4 naar 2,6 kinderen per vrouw.