Hoge Raad houdt veroordeling Utrechtse liquidatiebende in stand
De Hoge Raad laat de veroordeling van Werner E. (42) in stand. Na een grote wapenvondst in opslagboxen in Nieuwegein, kreeg E. in hoger beroep een celstraf opgelegd van veertien jaar en zes maanden voor onder meer het voorbereiden van moord. De zaak kreeg bekendheid onder de naam 26Koper, een voorloper van het huidige grote liquidatieproces Marengo. Omdat de cassatieprocedure ruim twee jaar heeft geduurd, krijgt E. wel strafvermindering van een halfjaar, besloot de Hoge Raad dinsdag.
De politie vond in juli 2015 honderd vuurwapens in opslagboxen in Nieuwegein en enkele gestolen Audi’s in garageboxen in Maurik. Van de vijf veroordeelde leden van de Utrechtse liquidatiebende werd E. door het hof veroordeeld tot de hoogste straf. Hij ging in cassatie bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad is het met het hof eens dat „uit de bewijsvoering niet hoeft te blijken wie het beoogde slachtoffer is, zolang met voldoende bepaaldheid blijkt welk misdrijf werd voorbereid en dat de verdachte daarop opzet had”.
Bij de aanhouding van E. en consorten bleek dat de mannen doelwitten volgden, observeerden en op foto en film vastlegden. Twee van hen, Abderrahim Belhadj en Ranko Scekic, werden in 2016 doodgeschoten. De vijf zaten toen al vast. Beide moordzaken zijn onderdeel van Marengo. Ridouan Taghi, hoofdverdachte in dat proces, wordt door justitie gezien als de opdrachtgever.