Blokhuis kan financiering Siriz goed verantwoorden
CU-staatssecretaris Blokhuis verstrekte hulporganisatie Siriz bewust verboden staatssteun, suggereerde NRC zaterdag. Drie vragen.
Waar gaat dit over?
Kort voordat Blokhuis in 2017 aantrad, had de Tweede Kamer uitgesproken dat er een landelijk dekkend netwerk moest komen van organisaties die zich richten op de keuzebegeleiding van onbedoeld zwangere vrouwen. Tegelijkertijd had de Algemene Rekenkamer al een paar keer kritiek geuit op de zogenaamde instellingssubsidie; het instrument waarbij organisaties jaarlijks vooraf een zak met geld krijgen overgemaakt. Blokhuis moest dus keuzehulpverleners selecteren voor dat nieuwe, landelijke netwerk en nagaan hoe het ministerie hen het best kon bekostigen.
Waar haalt NRC de term verboden staatssteun vandaan?
Via een amendement (wijzigingsvoorstel) op de VWS-begroting wist de SGP in 2013 te regelen dat het ministerie de instellingssubsidie die Siriz al jaren kreeg jaarlijks met 1,5 miljoen euro zou opplussen. Gegeven de kritiek van de rekenkamer op dergelijke subsidies zaten ambtenaren van VWS daar flink mee in hun maag. De zorgen die zij daarover uitten („is dit geen verboden staatssteun?”), kwamen in de openbaarheid na een openbaarmakingsverzoek van het Bureau Clara Wichmann. NRC weidde daar zaterdag breed over uit.
Een flinke nuancering is echter dat een ruime Kamermeerderheid (118 voor; 32 tegen) het SGP-wijzigingsvoorstel moeiteloos goedkeurde. Bovendien, GroenLinks regelde in 2013 dat het ministerie ook 1 miljoen extra mocht verdelen onder andere keuzehulpaanbieders, zoals de FIOM en de GGD’s. Zo ongewoon was dat blijkbaar nu ook weer niet.
Heeft Blokhuis nu een probleem?
Dat is onwaarschijnlijk. Het heetste hangijzer in de hele kwestie is dat het ministerie Siriz na het aantreden van Rutte III nog twee keer een subsidie heeft uitgekeerd; een keer in 2018 en een keer in 2019. De vraag onder welke posten die bedragen konden worden weggeschreven kostte de VWS-ambtenaren van de afdeling financiën flink wat hoofdbrekens, zo blijkt uit NRC. Vooral in 2019; de nieuwe bekostigingsmethode was toen nog niet af.
Daarbij past echter een flinke nuance: het proces raakte destijds vertraagd doordat de Tweede Kamer zich met elk detail bemoeide. Zo moest de keuzehulp „volstrekt onafhankelijk” en „niet sturend” zijn. Zonder die bemoeizucht was de nieuwe financieringsvorm veel eerder rond geweest. Nu koos Blokhuis ervoor de financiering van Siriz in 2019 te continueren via een overbruggingskrediet. Vanuit het oogpunt van behoorlijk bestuur is dat goed verdedigbaar.