Franse woede gaat vooral over uitsluiting van bondgenootschap
De diplomatieke ruzie tussen Frankrijk enerzijds en Australië, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten anderzijds, lijkt alleen maar verder te escaleren. Vrijdag riep Parijs zijn ambassadeurs uit Canberra en Washington terug. Zondag zegde Frankrijk een ontmoeting tussen minister van Defensie Florence Parly en haar Britse collega Ben Wallace af.
Inzet van het conflict is het schrappen door Australië van een miljardencontract voor de aanschaf van Franse onderzeeërs. In plaats daarvan koos het land voor nucleair aangedreven duikboten van Amerikaanse makelij.
En tot meerdere woede van Parijs stapte Canberra ook nog eens in een strategisch pact met de VS en Groot-Brittannië om de dreiging van China het hoofd te bieden. Daarin voelen de Fransen zich buitengesloten. Niet alleen vanwege het feit dat Frankrijk een kernmacht en permanent lid van de VN-Veiligheidsraad is, maar ook omdat het land overzeese gebiedsdelen in de Stille Oceaan heeft en dus alle belang bij het handhaven van de machtsbalans in die regio heeft.
Kennelijk had het kersverse bondgenootschap zich enigszins verkeken op de omvang van de Franse woede. Want een ambassadeur uit een bevriende natie terugroepen, komt ongeveer neer op de deur voor iemands neus dichtgooien.
En dus was het tijd voor enige zalvende woorden. De Britse liefde voor Frankrijk is „onuitroeibaar”, sprak de Britse premier Boris Johnson zondagnacht.
Aan de andere kant van Het Kanaal denken ze daar op dit moment een beetje anders over. En dat lieten bewindslieden en diplomaten in niet mis te verstane bewoordingen weten. De Franse minister van Buitenlandse Zaken Jean-Yves Le Drian noemde de Australische contractbreuk vorige week al „een mes in de rug.” Ook Londen kreeg een flinke veeg uit de pan: „We kennen het Britse opportunisme zo langzamerhand wel.” De Franse ambassadeur zei bij zijn vertrek uit Sydney dat Australië „misschien toch geen vriend is.”
Tot overmaat van ramp schrapte Zwitserland dit weekeinde ook een deal over de aanschaf van Franse straaljagers, ten gunste van Amerikaanse toestellen.
Op zichzelf is de Franse verontwaardiging over contractbreuk deels terecht, hoewel er al langer signalen waren dat de afspraken onder druk stonden. De grootste pijn van Parijs zit echter vermoedelijk in het feit dat de Fransen de boot missen bij het sluiten van een belangrijke militair-strategische overeenkomst. Dat draagt bij aan het Franse gevoel dat de invloed van het land op het wereldtoneel tanende is.
Misschien had Frankrijk iets beter moeten luisteren naar de woorden van de Amerikaanse president Joe Biden tijdens zijn bezoek aan Europa. De band tussen de Verenigde Staten en het oude continent is hecht. Maar Washington verlangt wel alle mogelijke medewerking van Europa om de dreiging van China het hoofd te bieden. Want dáár ligt de strategische prioriteit van Amerika. Daar zal geen diplomatieke rel met Frankrijk iets aan veranderen.