Die extra kosten worden gemaakt omdat aanvankelijk de kosten voor onder meer bodemsanering en verhuizingen te laag waren ingeschat. De helft van de extra kosten is gedekt, maar voor de andere helft moet Maastricht nog naar geld zoeken. Bovendien kunnen de kosten tijdens de sanering, die binnen twee jaar moet zijn afgerond, nog verder oplopen, vreest de gemeente.

De saneringskosten worden voor eenderde door de gemeente, en voor de rest door Rijk en provincie Limburg betaald. Sanering van Vinkenslag moet ervoor zorgen dat er een einde komt aan de wat burgemeester G. Leers noemt „vrijstaat waarin de hand wordt gelicht met regels en wetten".

Van de 120 woonwagens die nu op Vinkenslag staan, moet de helft voor 2007 zijn verkast naar negen subkampjes in Maastricht. Vinkenslag wordt vanaf dat moment een bedrijventerrein voor zestig autoslopers en –verkopers, die er ook mogen blijven wonen. Om dat te kunnen, wil de gemeente hen grond in erfpacht geven omdat woonwagenbewoners geen hypotheek bij banken kunnen afsluiten.

Rond de kerst verhuizen de eerste vier gezinnen vanuit Vinkenslag naar een subkampje in Heugem, waar plek gemaakt wordt voor dertien standplaatsen. De andere negen volgen in het voorjaar.

Tot nog toe zijn er 22 bewoners die willen verhuizen. De gemeente zit ook hier echter met een strop, omdat door de invoering van een nieuwe wet woonwagenbewoners recht hebben op eenzelfde verhuisvergoeding als bewoners van gewone huizen. Die verhuiskosten werden eerst geraamd op ruim 300 euro per huishouden, dat wordt door de nieuwe wet 3500 euro.

Bovendien kan de komende bodemsanering nog onaangename verrassingen en dus tegenvallers opleveren. Maar de kosten daarvan worden voor een deel verhaald op de bewoners die er een autobedrijf willen (blijven) vestigen. Dat wordt in hun erfpacht doorberekend, aldus de gemeente.