Kerk & religie

Kerkdiensten in gevangenis onder druk

De versoberingsmaatregelen die minister Donner heeft genomen in het gevangeniswezen hebben ook gevolgen voor onder meer de kerkdiensten in de gevangenis. „Dat is een slechte ontwikkeling, want de kerk in de gevangenis wordt door gedetineerden juist als een vrijplaats van veiligheid ervaren in de harde machowereld”, aldus dr. Paul Oskamp, oud-rector van het theologisch seminarium Hydepark in Doorn.

Albert Groothedde
24 November 2004 11:37Gewijzigd op 14 November 2020 01:55
APELDOORN – Drs. J. D. W. Eerbeek, hoofdpredikant bij het Protestants Justitiepastoraat: „Bij opsluiting komt een gedetineerde in een isolement terecht. In zo’n situatie word je sterk teruggeworpen op de grond van je bestaan. Met al de levensvragen die
APELDOORN – Drs. J. D. W. Eerbeek, hoofdpredikant bij het Protestants Justitiepastoraat: „Bij opsluiting komt een gedetineerde in een isolement terecht. In zo’n situatie word je sterk teruggeworpen op de grond van je bestaan. Met al de levensvragen die

Dr. Oskamp schreef onlangs het boek ”Overleven achter steen en staal”. Daarin schrijft hij over een onderzoek dat hij heeft gedaan naar de vieringen en geloofsbeleving in penitentiaire instellingen.

De tijd die beschikbaar is voor het houden van kerkdiensten dreigt door de maatregelen van Donner te worden ingeperkt. Daardoor komt het koffiedrinken na de dienst in het gedrang. En juist dat is het moment waarop de gedetineerden contact hebben met vrijwilligers van buitenaf, die meewerken aan de dienst en aan het koffieschenken, aldus dr. Oskamp onlangs in een programma van de NCRV.

In sommige gevangenissen is er al niet elke week meer een kerkdienst, maar één keer per veertien dagen. Ook de gespreksgroepen doordeweeks met gedetineerden en vrijwilligers staan onder druk. Oskamp: „Die gespreksgroepen waren ’s avonds, maar doordat er nu besloten is dat er na 17.00 uur geen activiteiten voor gedetineerden meer zijn, zijn deze naar de dag verschoven. Veel vrijwilligers hebben op de dag hun werk en moeten afzien van verdere deelname.”

Drs. J. D. W. Eerbeek is hoofdpredikant bij het Protestants justitiepastoraat, dat valt onder het ministerie van Justitie. In die functie geeft hij leiding aan ruim zestig justitiepredikanten. De uitspraken van dr. Oskamp klinken hem niet vreemd in de oren. Vanuit het werkveld krijgt hij vaker soortgelijke signalen. Toch wil hij op dit moment niet bevestigen dat er sprake is van een landelijke tendens. „Naar aanleiding van de waarnemingen van onder anderen Oskamp zijn wij een onderzoek gestart. Ongeveer 150 predikanten en pastoors hebben een vragenlijst toegestuurd gekregen. De reacties zullen worden geïnventariseerd. We hopen de resultaten van het onderzoek binnen afzienbare tijd te ontvangen.”

Volgens hem is het wel zo dat vanuit de leiding van het ministerie is aangegeven dat er ruimte moet blijven bestaan voor het houden van kerkdiensten en andere godsdienstige activiteiten in penitentiaire inrichtingen.

Het justitiepastoraat is van onschatbare waarde voor de gevangenen, geeft de hoofdpredikant aan. „Bij opsluiting komt een gedetineerde in een isolement terecht. In zo’n situatie word je sterk teruggeworpen op de grond van je bestaan. Met al de levensvragen die dat oproept kunnen gevangenen terecht bij de justitiepredikanten. De predikanten functioneren als een gesprekspartner met wie ze alles vertrouwelijk kunnen bespreken. Het blijkt uit de praktijk dat er juist ook bij gedetineerden sprake is van een diepe geloofsbeleving.”

Dr. J. C. Borst was tien jaar lang werkzaam als gevangenispastor in verschillende penitentiaire inrichtingen in Nederland. Ook hij benadrukt het belang dat gedetineerden hechten aan het justitiepastoraat. „Gedetineerden ervaren het contact met pastores als een vrijplaats van veiligheid. Ik had bijvoorbeeld regelmatig gesprekken met allochtone jongeren die me toevertrouwden hoe moeilijk ze het vonden om in twee culturen te leven. Thuis overheersten de islamitische normen en waarden. Op school kwamen ze in aanraking met andere opvattingen. Dat gaf bij hen spanningen. Ze vonden het fijn om die spanning en het verdriet te delen.”

Onder gedetineerden is er ook een honger naar het Woord van God, stelt dr. Borst vast. „In de jeugdgevangenis van Zutphen kwamen soms islamitische jongens naar mij toe en vroegen of ik ze meer wilde vertellen over Jezus. Eén vroeg mij of hij het Onze Vader mocht bidden.”

Respect voor het Woord is er ook. „Tijdens de kerkdiensten in de gevangenis heb ik nooit iemand moeten verwijderen vanwege het trappen van gein.”

Mr. H. Barendrecht, directeur van Gevangenenzorg Nederland, toont zich zeer bezorgd over het effect van de versoberingsmaatregelen van de minister op het leven in de gevangenis. Zijn organisatie verleent vanuit christelijke motivatie diaconale zorg aan ieder die dat wenst.

Barendrecht probeert iedere week enkele gevangenen te bezoeken. Volgens hem leveren de versoberingsmaatregelen soms erg veel spanning op. Die spanning uit zich tijdens de gesprekken die hij voert. „Ik hoef niet eens te spreken; alleen maar te luisteren.”

Schrijnend vindt hij het dat het als gevolg van de nieuwe maatregelen soms moeilijk wordt voor gevangenen om bezoek te krijgen van kinderen. „Door de nieuwe maatregel dat om 17.00 uur alle deuren op slot gaan, wordt het voor schoolgaande kinderen lastig om hun vader of moeder in de gevangenis te bezoeken. Dat bezoek is juist zo enorm belangrijk voor de gedetineerden. Dat geeft hun rust.”

Uit het onderzoek van drs. Eerbeek moet nog blijken wat daadwerkelijk de gevolgen zijn van het versoberingsregime van minister Donner. Dr. Oskamp schetst echter al een donker toekomstbeeld. „Het is een afbraak van het humane detentiesysteem, dat zo kenmerkend was voor ons land. Het zal de spanning en verbittering vergroten en eraan bijdragen dat mensen eerder in slechtere toestand de gevangenis uitkomen dan er ingaan.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer