De resultaten van de eerste fase van het onderzoek zouden begin september klaar zijn, zo had de onlangs vertrokken zorgminister Tamara van Ark in juni gemeld. Maar Deloitte heeft nu zeker tot half oktober nodig om alleen al te inventariseren hoeveel werk het wordt en in te schatten hoe lang ze hiermee mogelijk bezig zijn.

De eerste fase ging over een grote deal die opiniemaker Van Lienden en twee zakenpartners sloten met de overheid, vorig jaar april. Ze verkochten mondkapjes vanuit een stichting zonder winstoogmerk, maar ook vanuit een andere onderneming. Via dit bedrijf Relief Goods Alliance verdienden ze bruto 28 miljoen euro met de verkoop, terwijl Van Lienden had gezegd zich belangeloos in te zetten.

Aan het begin van de coronacrisis was er wereldwijd een ernstig tekort aan mondkapjes en andere persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals handschoenen en schorten. Om de aankoop in goede banen te leiden, was er namens het ministerie een speciaal inkoopcentrum opgericht (LCH). Dat werkte met veel mensen en organisaties samen. Mogelijk relevante gegevens zijn verspreid over verschillende locaties, aldus de staatssecretaris.

Het onderzoeksbureau verzamelt niet alleen gegevens over de aankoop van mondkapjes maar over alle beschermingsmiddelen. Volgens Blokhuis moet bij de zoektocht naar en de uitwisseling van gegevens ook de privacywet worden nageleefd.

De tweede fase van het onderzoek gaat over twee andere grote verkoopdeals waarmee ruim 100 miljoen euro was gemoeid. De derde fase gaat over alle overeenkomsten onder de 100 miljoen euro.

Blokhuis betreurt het uitstel „ten zeerste”, maar benadrukt dat hij „een zorgvuldige en grondige aanpak” wil, juist om de Tweede Kamer goed te kunnen informeren. Alle partijen toonden zich eerder verontwaardigd over de handelswijze van oud-CDA’er Van Lienden en willen dat de onderste steen bovenkomt.