Horeca eist opening nachtclubs in kort geding tegen de Staat
Koninklijke Horeca Nederland (KHN) eist in een kort geding tegen de Staat dat nachtclubs en discotheken weer open mogen. De branchevereniging wil dat voor de zogeheten nachthoreca dezelfde regels gaan gelden als voor andere horecagelegenheden, die iedere dag tot middernacht klanten mogen ontvangen. De zaak dient vanaf 11.00 uur in de rechtbank in Den Haag.
Het kabinet sloot de nachtclubs op 10 juli nadat die twee weken weer open waren geweest. De versoepelingen van het kabinet leidden tot een nieuwe golf aan besmettingen, waarvan onder meer de nachtclubs de dupe werden met een gedwongen sluiting. Die zou tot minstens 1 november duren, zei premier Mark Rutte half augustus op een coronapersconferentie.
Daarop besloot KHN het kort geding aan te spannen. Voorzitter Robèr Willemsen vond de genoemde datum „veel te laat”, zei hij vlak na de bekendmaking. Volgens hem hadden de clubs voor mensen met een test- of vaccinatiebewijs toen al open gekund. Ook nu de horeca volgens ingewijden vanaf 25 september meer mensen mag binnenlaten met het loslaten van de 1,5 metermaatregel, lijken er voor het nachtleven nog geen versoepelingen in te zitten.
KHN zei daarop zich dubbel gepakt te voelen doordat de horeca na 00.00 uur gesloten zou moeten blijven en er daarnaast een extra drempel wordt ingebouwd doordat controle van de coronacheck-app verplicht wordt. „Het draagvlak van de huidige beperkingen was al heel laag bij horecaondernemers, maar met deze verlenging én verzwaring is de verwachting dat er een grens wordt overschreden en dat dat zal leiden tot veel horecaondernemers welke de regels niet zullen handhaven. KHN kan dat gevoel goed begrijpen”, luidde de reactie op de uitgelekte maatregelen.
Nachtbelang, dat spreekt namens zo’n zestig clubs, is samen met 26 Amsterdamse discotheken ook partij in het geding dat dinsdagochtend dient. Een woordvoerder van de belangenclub noemde de beleidsmakers na de persconferentie van half augustus nog „gewoon gek”. „Wij worden niet voor vol aangezien. In de cafés lopen ze te zingen en te blèren, maar een club mag je niet in.”