Fractie met CU-SGP hanteert soms „Britse stijl”
De Britse europarlementariër Farage, een fractiegenoot van de afgevaardigden van ChristenUnie-SGP, hekelde vorige week fel de Franse kandidaat voor de Europese Commissie Barrot. Schande werd er gesproken over dat optreden. Doch een dag later bleken de belastende beweringen wel op waarheid te berusten.
Nigel Farage behoort tot de UK Independence Party (UKIP), de partij die wil dat het Verenigd Koninkrijk uit de EU stapt en die met dat standpunt in juni bij de verkiezingen voor het EP twaalf zetels veroverde. Hij zorgde afgelopen donderdag vlak voor de vertrouwensstemming in Straatsburg over het team van voorzitter Barroso voor opschudding met zijn aantijging dat Barrot, genomineerd voor de portefeuille van Transport, in het verleden door de rechter was veroordeeld in verband met gesjoemel met partijgelden.
De aanvoerders van de grote politieke groeperingen vielen frontaal over hem heen. Pöttering van de christen-democraten vroeg, daartoe aangespoord door een ziedende Franse geestverwant, de mogelijkheid te onderzoeken van een juridische aanklacht tegen de „beledigingen.” „Barrot heeft geen strafbare daden begaan. Hij is een man van eer. Hij is volstrekt geloofwaardig”, verzekerde Pöttering.
Schulz van de socialisten reageerde: „Wij hebben veel kritiek uitgeoefend op de beoogde Commissie, maar wij hebben nooit getwijfeld aan iemands persoonlijke integriteit.” En Watson, voorman van de liberalen, liet weten: „Ik schaam me als Brit voor het gedrag van mijn landgenoten hier.” Hij maakte zelfs een vergelijking met de beruchte voetbalvandalen uit het Verenigd Koninkrijk, die bij wedstrijden van hun favorieten elders in Europa nog wel eens de boel op stelten zetten.
Voorzitter Borrell van het Parlement verzocht Farage dringend zijn woorden terug te nemen. „Anders moet u de gevolgen ervan dragen, ook die van juridische aard”, hield hij hem voor. Waarop de Engelsman repliceerde: „Ik heb de feiten zorgvuldig onderzocht. Als mijn conclusie onjuist is, zal ik mijn opmerkingen intrekken en verontschuldigingen aanbieden.”
Inmiddels weten we dat niet Farage -die nog enkele kandidaat-commissarissen scherp en weinig vriendelijk bejegende- maar de fractieleiders wat voorbarig waren. Barrot kreeg in 2000 wel degelijk een voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd, van acht maanden, wegens illegale praktijken rond de financiering van zijn partij, de rechtse UMP, waaruit ook president Chirac afkomstig is. Dat vonnis werd echter onmiddellijk uitgewist door een amnestiewet, in 1995 speciaal uitgevaardigd met het oog op de onregelmatigheden in genoemde sfeer, waarbij veel meer mensen betrokken waren en die zouden samenhangen met onduidelijke regelgeving.
Barrot (67), die tot dusver deze affaire had verzwegen, verschafte begin deze week uitleg. Volgens Franse bepalingen moeten we het zo zien dat hij, dankzij de amnestie, nooit is veroordeeld. Er mag zelfs niet meer aan de uitspraak van de rechter worden gerefereerd. Hij heeft formeel geen strafblad, hij heeft altijd het recht behouden om publieke functies te bekleden en het ging niet om zelfverrijking.
Barroso neemt genoegen met die verklaring en het lijkt erop dat het EP de zaak niet op de spits wil drijven en niet het vertrek van de Fransman zal eisen. Het laat onverlet dat iedereen vindt dat de commissaris een politieke inschattingsfout valt te verwijten omdat hij de gevoelige informatie over zijn persoonlijke dossier niet eerder opbiechtte. De praktijk in Frankrijk is weliswaar zo dat hij niets hoefde te melden, maar hij had dienen te beseffen dat hij solliciteerde naar een Europese functie.
Farage en de rest van de UKIP-delegatie zijn in het EP aangesloten bij wat heet Onafhankelijkheid/Democratie, in het Engels afgekort als IND/DEM. Dat samenwerkingsverband van momenteel 36 europarlementariërs omvat verder onder meer de gekozenen van de Liga van Poolse Gezinnen en van de Italiaanse Lega Nord, de Deen Bonde en de Nederlanders Blokland (ChristenUnie) en Belder (SGP).
Eind oktober zorgde een ander lid van de UKIP, Kilroy-Silk, ook al voor commotie. In weinig diplomatieke bewoordingen herinnerde Watson vorige week aan dat incident: „Hij brulde als een stier door de microfoon.” De voorzitter dreigde hem zelfs uit de zaal te laten verwijderen. Na een intern conflict binnen zijn partij is Kilroy-Silk trouwens uit de IND/DEM gestapt.
Hoe kijken de vertegenwoordigers van de combinatie ChristenUnie-SGP aan tegen de soms qua toonzetting en handelwijze als ongepast ervaren interventies van de UKIP’S? Schaden die niet het imago van de na de verkiezingen van juni gesmede fractie binnen het EP? Daarbij bedenken we dat bij de CU toch al twijfels leven over de deelname daaraan.
Blokland was vooraf niet op de hoogte van de beschuldigingen die Farage zou uiten aan het adres van Barrot. Zegt dat iets over het omgaan met elkaar in de groepering? „Nee, ik denk dat de feiten pas op het laatste moment boven water zijn gekomen”, antwoordt eerstgenoemde. En voorts: „Als was vastgesteld dat hij stond te fantaseren en hij daarna zijn woorden niet had teruggenomen, dan zou er wat ons betreft een probleem zijn geweest voor de samenwerking. Zijn beweringen bleken echter te kloppen.”
De europarlementariër van de CU: „Zelf zou ik het zo niet gedaan hebben; laat dat duidelijk zijn. Maar dat is een kwestie van stijl. De Britse stijl verschilt van wat we gewend zijn in het Europees Parlement. In het Lagerhuis wordt wel vaker op de man gespeeld. Bovendien moet de UKIP zich tegenover de achterban onderscheiden van de Conservatieven, die eveneens reserves hebben ten opzichte van Europa.”
Verder plaatst Blokland de relativerende opmerking dat bij velen in het EP nu eenmaal een grote aversie bestaat tegen eurosceptici. „Iemand van hen die de dingen unverfroren zegt, krijgt de wind van voren.” Daaraan voegt hij toe: „Wij als CU-SGP zijn overigens niet eurosceptisch, maar eurorealistisch: in de EU alleen die zaken doen die noodzakelijk zijn op dat niveau.”
Over de verhoudingen binnen IND/DEM ten slotte: „Het loopt heel aardig. Het gaat beter dan in de vorige periode binnen de toenmalige EDD. Ik signaleer een grotere presentie van de leden in de vergaderingen en een grotere inhoudelijke inbreng. En ik heb de collega’s op voor ons gevoelige terreinen nog niet kunnen betrappen op uitspraken die ver afwijken van onze opvattingen.”