OESO: EU moet strikte begrotingsdoelstellingen lidstaten loslaten
De Europese Unie moet de strikte regels die lidstaten dwingen om zich aan begrotingsdoelstellingen te houden loslaten. Ook als de economieën van de EU-landen volledig zijn hersteld van de coronacrisis. Dat bepleit de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).
De in Parijs gevestigde denktank raadt de EU aan om de begrotingsregels voor lidstaten aan te passen. Daarbij moeten de doelstellingen minder ingewikkeld zijn en meer gericht op de lange termijn. Waar nodig zouden de regels per land ook niet hetzelfde hoeven te zijn. Ook om een herhaling te voorkomen van de fouten die zijn gemaakt in de nasleep van de financiële crisis van 2008. Destijds werden regeringen volgens de OESO tot schadelijke bezuinigen gedwongen die de toch al zwakke economieën in de problemen brachten.
De EU-regels zijn bedoeld om een opeenstapeling van schulden te voorkomen. In de bestaande regels geldt dat een overheidstekort niet meer dan 3 procent mag bedragen. Verder mag de staatsschuld niet meer dan 60 procent van het bruto binnenlands product zijn. Door de crisisuitgaven is de schuldquote tot recordhoogte gestegen.
Tijdens de pandemie werden de regels opgeschort om landen in staat te stellen noodmaatregelen op het gebied van gezondheid en economische stimuleringsmaatregelen te betalen. Daarbij was er weinig geloof dat de strenge regels ooit nog in dezelfde vorm zouden terugkeren. De OESO dringt er bij de EU-landen op aan een „voorbarige verstrakking” van het begrotingsbeleid te vermijden.
„De EU moet haar begrotingskader evalueren met het oog op houdbare overheidsfinanciën, voldoende anticyclisch gedrag en meer eigen verantwoordelijkheid”, aldus de OESO. De denktank voegde daaraan toe dat de budgettaire behoeften van de landen „zeer uiteenlopend zijn en dat niet mag worden verwacht dat één enkele regel voor alle landen geschikt is”.