Verdachte schilderijenroven: helemaal niets mee te maken
Nils M., verdachte van inbraken in twee musea en de diefstal van schilderijen van Frans Hals en Vincent van Gogh, heeft „helemaal niets” met beide kunstroven te maken. Dat verklaarde de 59-jarige man uit Baarn vrijdag voor de rechtbank in Lelystad bij de aanvang van zijn strafzaak.
Volgens justitie heeft M. eind maart 2020 ingebroken in het Singer Museum in Laren en daar het schilderij ‘Lentetuin, de pastorietuin te Nuenen in het voorjaar’ van Vincent van Gogh gestolen. Eind augustus zou hij ook het doek ‘Twee lachende jongens’ van Frans Hals hebben weggenomen uit museum Hofje van Mevrouw van Aerden in Leerdam. Beide werken zijn miljoenen euro’s waard.
„Ik weet er helemaal niets vanaf. Ik ben nog nooit in die musea geweest”, zei M., die ook terechtstaat voor vuurwapen- en harddrugsbezit en die zich bij de politie tot nu toe voortdurend op zijn zwijgrecht heeft beroepen. „Ik ben er niet geweest, niets. Ik ben beschuldigd van iets waarmee ik niets te maken heb. Ik weet ook niet wie het wel gedaan kan hebben. Ik ben helemaal geen kunstliefhebber. Ik houd wel van oude dingen.”
Bij de musea is na de kunstroof DNA-materiaal van M. gevonden. Bij het werk van Van Gogh zat het op de lijst, die buiten het museum in stukken geslagen werd gevonden. Bij de tweede inbraak werd het gevonden op een spanband, die vanaf een vlaggenmast buiten het museum over een muur was gegooid. De inbraken zouden zijn gepleegd door twee personen.
Het OM spreekt later op vrijdag de strafeis tegen M. uit.