Toyota snijdt opnieuw in productie auto’s
Autofabrikant Toyota heeft opnieuw zijn productieplannen aangepast. In september en oktober bouwt het Japanse bedrijf 400.000 auto’s minder dan het na een eerdere bijstelling van plan was. Toyota voert tekorten aan onderdelen door de opleving van de coronapandemie in Zuidoost-Azië op als reden voor de aanpassing.
Toyota wilde in september eigenlijk 900.000 auto’s maken, maar verlaagde dat in augustus met 40 procent tot 540.000 voertuigen. Nu schrapt het bedrijf nog eens 70.000 auto’s van zijn productiedoel. In oktober wordt de geplande productie met 330.000 auto’s naar beneden bijgesteld.
De eerste verlaging in augustus had vooral te maken met chiptekorten, maar inmiddels ontbreken ook andere onderdelen omdat fabrieken waar die gemaakt worden door corona-uitbraken stil zijn gelegd. Toyota heeft fabrieken in onder meer China, Japan en Thailand, maar toeleveranciers van het bedrijf zitten ook in andere landen waar door de Delta-variant van het coronavirus strengere maatregelen gelden.
De vraag naar auto’s blijft wel sterk, merkt Toyota op. Het bedrijf houdt voor de maanden november tot en met maart vooralsnog vast aan de oorspronkelijke productieplannen. Voor heel zijn boekjaar, dat in maart eindigt, gaat Toyota nu uit van de bouw van 9 miljoen auto’s. Dat was 9,3 miljoen voertuigen.