Kerk & religie

„Maria laat zien dat genade van Iemand anders komt”

Meer aandacht voor Maria in protestantse kerken, is dat een goed idee? Een studiemiddag rond het boek ”Maria: icoon van genade” van prof. dr. A. Huijgen geeft geen pasklare antwoorden. „Maria is niet los te verkrijgen”, zegt prof. dr. A. van de Beek. „Ze heeft geen eigen business. Ze herinnert ons eraan dat genade van elders komt.”

Van onze verslaggever
8 September 2021 17:14
beeld RD
beeld RD

De bijeenkomst, woensdagmiddag in de Victorkerk in Apeldoorn, vindt niet zomaar plaats op 8 september. Het is volgens de traditie de geboortedag van Maria. Prof. Huijgen, hoogleraar aan de Theologische Universiteit Apeldoorn van de Christelijke Gereformeerde Kerken, pleit in zijn in juni verschenen boek voor meer waardering voor de moeder van Jezus.

Prof. Huijgen benadrukt het nog maar eens: hij wil niet dat de aandacht voor Maria die voor Christus overschaduwt. „Maar wat mij in Maria fascineert, is haar geloof en menselijkheid. In haar zie je Gods genade aan het werk. Wat dat betreft is ze een icoon.”

Mgr. dr. G. J. N. de Korte, bisschop van Den Bosch, vindt het boek van prof. Huijgen een „waardevolle bijdrage” uit „onverwachte hoek.” Rooms-katholieken en protestanten maken allebei gebruik van de Bijbelse gegevens over Maria, maar soms leggen ze die anders uit. Wat ze in ieder geval gemeenschappelijk hebben, zegt dr. De Korte, zijn de leeruitspraken uit de Vroege Kerk: „Maria als maagdelijke moeder van Jezus en Maria als Godbarende.”

„Bedrijfsongevallen”

Prof. Huijgen noemt in zijn boek latere leeruitspraken, zoals de zondeloosheid en tenhemelopneming van Maria, „bedrijfsongevallen.” Toch hebben die ideeën „oude papieren in de kerkelijke traditie”, zegt dr. De Korte. De Rooms-Katholieke Kerk heeft volgens hem „gelukkig duidelijk” uitgesproken dat Maria geen medeverlosseres is. „Paus Franciscus heeft dat in maart 2021 nog gezegd: Christus is de enige Verlosser. Maria is wel de begenadigde, de moeder Gods. Christus ziet Maria als Zijn eerste leerling.”

Dr. De Korte vindt het belangrijk dat rooms-katholieken en protestanten met elkaar over Maria blijven spreken. „Niet enghartig, door haar te verzwijgen. Maar ook niet met overdrijving, door haar te vergoddelijken.”

Rooms-katholieken en protestanten zouden wat hem betreft verder kunnen spreken over onderwerpen als de „luisterende Maria” („Mij geschiedde naar Uw Woord”) of de „hoopvolle Maria” (wachtend in de bovenzaal in Jeruzalem op de komst van de Heilige Geest).

Mariafobie

Prof. Huijgen pleit in zijn boek voor het vieren van het feest van de annunciatie, de aankondiging van de geboorte van de Verlosser. Prof. dr. W. van Vlastuin, hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam en rector van het Hersteld Hervormd Seminarium, voelt daar „niets” voor. „Waarom wel voor Maria en niet voor andere heiligen? Ik zou er nog wel een paar weten. Waarom niet voor Abraham, de vader aller gelovigen? Of voor Mozes, onder wie de oudtestamentische Godsopenbaring tot een hoogtepunt kwam? Of voor Johannes, die de grootste onder de mensen wordt genoemd – dus ook groter dan Maria?”

Als er een schijnwerper op Maria staat, dan leidt dat volgens prof. Van Vlastuin af van de kern waarom het gaat. „In het protestantisme hebben we geen feestdagen voor heiligen, omdat we ons richten op de Heiland en Zijn werk. In de brieven van Paulus krijgt Maria geen aandacht. Daarin is het alleen: Jezus Christus en Dien gekruisigd.”

Is er in het protestantisme sprake van Mariafobie? „Als je in Apeldoorn of Kampen woont, hoor je niet zoveel over Maria. Maar op andere plaatsen in Nederland en in het buitenland is dat wel het geval. Door deze studie ben ik ook wat op onderzoek uitgegaan en ik ben geschrokken van de uitspraken die ik vond. Bijvoorbeeld over Maria als medeverlosseres, ondanks wat mgr. De Korte zojuist aangaf. Maria als eerstgeborene van alle schepselen, als degene die ons Jezus het beste laat kennen, als degene van wie en in wie we zijn, als de vrouw van wie het moederschap ons redt en als de Eva die Christus op Golgotha heeft opgedragen aan de Vader. Dat vind ik schokkend.”

Luther

Zulke uitspraken zijn volgens prof. Van Vlastuin mede te wijten aan het feit dat Maria „moeder Gods” wordt genoemd. In de rooms-katholieke traditie is de Mariaverering „niet facultatief, maar wordt die gezien als een onmisbare schakel in de heilsgeschiedenis.”

Prof. Van Vlastuin vindt ook dat prof. Huijgen meer onderzoek had moeten doen naar wat er in de gereformeerde traditie over Maria is gezegd. Ook zou hij zich te veel op de vroege Luther beroepen. „Luther werd steeds kritischer op de Mariaverering. Hij wilde het feest van Maria’s geboorte afschaffen – en dat is déze dag. In zijn Grote en Kleine Catechismus komt Maria –behalve in het apostolicum– niet meer voor. In verband met de Mariaverering spreekt hij over „de onbeschrijfelijke en onuitsprekelijke gruwel van het pauselijk rijk.” Treffend is zijn uitspraak uit 1532: „Daarom moeten wij ons losmaken van de moeder en ons aan het Kindje vastbinden.””

Prof. Huijgen zegt in een reactie dat hij het een „spannende” vraag vindt of de Reformatie te kort doet aan „het rituele en het visuele. Mijn antwoord is: ja.”

Kaarsje

Kun je als protestant een kaarsje voor Maria opsteken? „Het hangt ervan af welke betekenis we eraan geven”, zegt de hoogleraar. Volgens hem ligt de „sleutel’’ van devotie in de pneumatologie, de leer van de Heilige Geest. „Dat vind ik bij Calvijn. De Geest werkt op allerlei manieren, zodat er trekkracht is richting Christus.”

Wat betekent dat voor de Mariaverering? „Laat ik het wat ondeugend zeggen: ik denk niet dat Mariaverering facultatief is. De Schrift zegt: „Alle geslachten zullen mij zalig heten.” De Reformatie heeft ten onrechte geen onderscheid tussen verering en aanbidding aangebracht.”

Prof. Huijgen zegt niet uit te zijn op het instellen van een nieuwe feestdag. „Ik wil juist terug naar het oude. Luther wees veel af omdat het niet Schriftuurlijk was, maar hij bleef zijn leven lang over de annunciatie preken. Waarom is die zo belangrijk? De aankondiging is het begin van het Nieuwe Testament. Toen werd het Evangelie voor het eerst gehoord.”

Dr. De Korte onderstreept dat Maria in de Rooms-Katholieke Kerk niet wordt aanbeden, maar vereerd. „Onder mijn geloofsgenoten is soms, in sommige delen zelfs vaak, sprake van overdrijving. In mijn eigen kathedraal staat een beeld van Maria als koningin. Maar ze mag nooit verzelfstandigd worden. Maria is altijd verbonden met Christus. Ze verwijst naar Hem.”

Prof. Van Vlastuin, tegen dr. De Korte: „Wat vindt u nu zelf van de dogma’s van de zondeloosheid en tenhemelopneming van Maria, waar prof. Huijgen ook kritisch op is?”

Dr. De Korte: „De Mariadevotie lijkt los van Christus te staan. Leken zijn geen theologen; het gaat om spiritualiteit, om geloofsbeleving. Deze dogma’s zijn misschien wat ingewikkeld, maar ze drukken uit: waar Maria is –namelijk bij haar Zoon–, daar mag ik ook zijn.”

Hunkering

Prof. Huijgen denkt dat een Mariafeestdag en het dagelijks zingen van de Lofzang van Maria kan helpen om onderlinge karikaturen weg te nemen. „Al zullen we het op het punt van de ambt waarschijnlijk nooit eens worden.”

Musicus en theoloog dr. C. S. H. Rijken is blij met het voorstel van prof. Huijgen om dagelijks het Magnificat te zingen. „Hij heeft ook oog voor het belang van schoonheid. In de kerk, zeker ook in de gereformeerde gezindte, is een hunkering naar schoonheid. Dat laat zien dat de gereformeerde Reformatie te radicaal is geweest op het terrein van de liturgie.”

Prof. dr. Marcel Sarot, hoogleraar aan Tilburg School of Theology, sprak over ”Mariologie tussen gnostiek en natuurlijke theologie”. Hij signaleerde wat dat betreft een „systeemfout” in het boek van prof. Huijgen.

Tenhemelopneming

Emeritus hoogleraar prof. dr. A. van de Beek ging in op Maria in Europa in de eenentwintigste eeuw. „Om Maria recht te doen, als we dat kunnen, moeten we bij haar beginnen. Maria is niet van ons, ze is in de eerste plaats wie ze zelf is.”

In het Nieuwe Testament neemt Maria geen bijzondere positie in, stelt prof. Van de Beek. „Ze gaat op in de kerk. Maria mocht Jezus grootbrengen, maar als Hij gaat optreden, is er geen bijzondere rol meer voor haar weggelegd. Ze hoort bij hen die Zijn leerlingen zijn.”

Toch neemt ze in de kring van de discipelen wel een bijzondere plek in. „Ze is degene in wie God definitief een nieuw begin maakt. Dat is voor moderne mensen moeilijk: God is Zijn nieuwe schepping niet in ons, maar in haar begonnen. In een zwangerschap, niet in Europa.”

Prof. Van de Beek ziet Maria als een teken van Gods bijzondere genade: de komst van God in de wereld. „Maar Zijn identiteit wordt niet door haar bepaald. Hij is mens geworden om ons van de zonden te redden.”

Protestanten hebben volgens hem goed gezien dat de Zoon van Maria genade brengt, rooms-katholieken dat deze genade een concrete „plaats” heeft. „Maria is iemand anders dan haar Zoon, dus ze is geen medeverlosseres. Dat weten en erkennen rooms-katholieken ook, en daar mogen ze best wat duidelijker over zijn. Maar protestanten moeten goed onder ogen zien dat er geen vrouw is die hoger is dan zij. Er is geen zuster in de kerk die meer met ons verbonden is dan deze oudste zuster.”

Maria is niet los te verkrijgen, benadrukt prof. Van de Beek. „Ze heeft geen eigen business. Maria maakt altijd deel uit van de kerk. Maria staat voor distantie. Ze is niet meer bij ons, dus wat dat betreft is er wat te zeggen voor de Tenhemelopneming van Maria. Ze herinnert ons eraan dat genade van elders komt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer