Eerder werd al onderzocht of de drones, de zogeheten Avy Aera’s, natuurbranden op grote afstand konden herkennen. Dat bleek zo te zijn. Het doel van de tweede en derde fase van de proef is het verbeteren van de routes van de drone bij het herkennen van beginnende natuurbranden. „Met drones valt er naar verwachting winst te behalen op het gebied van snelheid, omvang van het te monitoren gebied en beeldvorming in de meldkamer”, aldus het Comité.

Arnoud Buiting, voorzitter Landelijk Netwerk Natuurbranden zegt dat het uiteindelijke doel is om de apparaten zo op te zetten dat ze een zelfstandig netwerk vormen. „Als alles goed gaat met de proef, gaan we op een aantal strategische plekken drones neerzetten. Zodra het nodig is, kunnen zij dan automatisch opstijgen en het gebied gaan verkennen. Het enige dat we dan nog moeten doen, is het seintje geven dat het nodig is”, zei Buiting dinsdag tegen Omroep Gelderland.

De Avy Area’s zijn uitgerust met camera’s en slimme software om natuurbranden van grote afstand te kunnen herkennen. Jan van de Poel van het Instituut Fysieke Veiligheid: „Deze brandherkenningssoftware kan realtime en met grote nauwkeurigheid vaststellen of er op de beelden sprake is van brand of rookontwikkeling. Een eventuele brand kan hierdoor in een vroeger stadium worden gedetecteerd. Dit verkleint de kans op uitbreiding en schade.”

Volgens het Comité is het de eerste keer dat kunstmatige intelligentie wordt ingezet om branden te signaleren. Momenteel gebeurt branddetectie in natuurgebieden met vliegtuigen. Door klimaatverandering groeit de kans op natuurbranden. Daarom wordt monitoring steeds belangrijker, aldus VBC.

De drones vliegen op een accu en stoten beperkt CO2 uit. Ook kunnen de Avy Area’s verticaal opstijgen en moeilijke plaatsen bereiken.