Jonge Akademie: universiteiten moeten beter zorgen voor vakanties
Universitair bestuur zou beter moeten zorgen voor onderwijsvrije periodes, stelt de Jonge Akademie. Doordat tentamens en deadlines vlak voor of na een vakantie staan ingepland, blijven die vakanties in de praktijk vaak studieweken. „Hierdoor ontstaat een vrijwel ononderbroken onderwijsjaar met weinig of geen pauzes tussen eind augustus en juli”, aldus de Jonge Akademie, een zelfstandig onderdeel van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW).
De Jonge Akademie deed onderzoek naar de lengte van het academisch jaar en de werkdruk voor docenten en studenten. Op basis daarvan stelt de club dat het vaak moeilijk is om onderwijsvrije weken, bijvoorbeeld tijdens de zomervakantie, daadwerkelijk onderwijsvrij te houden. Daardoor is er weinig tijd voor eigen onderzoek en „is het vaak moeilijk een gezonde balans tussen werk en privé te vinden”.
Het Nederlandse academische jaar - dat maandag officieel is begonnen - is volgens de Jonge Akademie sowieso „uitzonderlijk lang” in vergelijking met een aantal andere Europese universiteiten. Die lengte verschilt in Nederland sterk per universiteit: het aantal onderwijsweken varieert van 26 tot 35, exclusief tentamenperiodes. Aan de Universiteit Gent bijvoorbeeld wordt er volgens de Jonge Akademie 24 weken onderwijs gegeven, aan de University of Saint Andrews (Schotland) 21.
De Jonge Akademie beveelt universiteiten aan om de onderwijskalender beter te laten aansluiten op de behoeftes van studenten en docenten binnen verschillende disciplines. In sommige vakgebieden kan een hoog aantal onderwijsweken handig zijn, bijvoorbeeld als er daardoor veel praktijkonderwijs kan worden gegeven. Maar in andere disciplines leiden veel onderwijsweken er dus vooral toe dat docenten minder tijd hebben om zelf onderzoek te doen. Ook het verlagen van het aantal toetsmomenten zou de werkdruk kunnen verminderen.
Universiteitskoepel VSNU laat weten dat de werkdruk „inderdaad veel te hoog” is. „Om hetzelfde niveau van hoogwaardig academisch onderwijs en onderzoek te kunnen blijven bieden, zou dat betekenen dat een en ander heel anders georganiseerd moet worden”, aldus een woordvoerster. Ze noemt de aanbevelingen van de Jonge Akademie „interessant” en „zeker iets waarover we in gesprek zullen gaan”.